‘s-Hertogenbosch was een garnizoensstad. Dit betekent dat er voor genealogisch onderzoek belangrijke bronnen zijn overgebleven. Vanaf 1676 zijn er bijvoorbeeld registers waarin per wijk (“blok”), straat en eigenaar en bewoner staat hoeveel militairen (geen namen!) bij mensen waren ingekwartierd. In deze registers staan ook de beroepen van de bewoners.
Vanaf ongeveer 1746 is er een nieuwe vorm van belasting. De zogenaamde barakken (kazernes) zijn hiermee betaald. De soldaten woonden voortaan in de kazernes en niet meer bij de burgers thuis. De gegevens over deze belasting staan in de volgende registers: “Tauxen op bewoonders, beampten op kamers woonende en neeringh doende personen”. De wijkmeesters hielden deze zogenaamde “blokboeken” bij van 1746 tot 1808.
De wijkmeesters hielden nog een andere serie registers bij, over de periode 1775 - ongeveer 1785. Hierin staat per wijk, straat en huisnummer informatie over de eigenaar, de bewoner(s) en inwonenden met geboorteplaats en lengte van het verblijf in de stad, het aantal huisgezinnen, de beroepen en eventuele steunverlening.
Deze registers zijn onderdeel van het Oud-Stadsarchief van ’s-Hertogenbosch. Hieronder volgt een beknopte samenvatting van de beschrijvingen. Raadpleeg de inventaris van dit archief. Een deel van deze registers is verder te doorzoeken via de website. Bij ieder onderdeel staat of dit wel of niet zo is.
Inv.nrs. 3311-3319: lijsten van de blokken A-H waarin per blok en huisnummer een overzicht wordt gegeven van de bewoners, eigenaars, beroepen en eventueel kamerbewoners. Deze lijsten stammen uit 1742. Ieder blok heeft een eigen register. Index op de website.
Inv.nrs. 3320-3321: registers van de blokken A-H per wijk en huisnummer met informatie over de bewoner. De registers zijn van ongeveer 1745 en 1753. Index op de website.
Inv.nrs. 3322-3327: leggers per wijk en huisnummer uit 1775 waarin eigenaars, bewoners, inwonenden of huurders, met geboorteplaats, duur van verblijf en middelen van bestaan staan. Het gaat om de wijken, C,E,G, H en J. Index op de website.
Inv.nrs. 3328-3338: dezelfde leggers als de vorige , maar dan over de periode 1775-1785 en van de wijken A-G en J. Index op de website.
Inv.nrs. 3339-3346: dezelfde leggers als de vorige, maar dan over de periode 1804-1809 en van de wijken A-E en G-J. Index op de website.
Inv.nr. 3347: lijsten met namen van inwoners, tellingen van de wijken opgemaakt door de wijkmeesters, in 1781, 1782 en 1783. Geen index beschikbaar.
Inv.nrs. 3375-3391: lijsten per wijk en huisnummer met de naam van de hoofdbewoner, het aantal leden van het gezin en de godsdienst over de periode 1805-1809. Geen index beschikbaar.
Inv.nr. 4149: lijsten van bewoners per blok met soms een vermelding van ingekwartierde soldaten uit 1602. Geen index beschikbaar.
Inv.nrs. 4153-4168: lijsten van compagnieën van regimenten waarop per soldaat staat bij wie en op welk adres hij is ingekwartierd, wanneer in garnizoen gekomen en gebilleteerd, opgesteld voor logies en servitiegelden, 1673-1744. Met hiaten. Index op de website www.bossche-encyclopedie.nl.
Inv.nrs. 4169-4207: leggers waarin per blok, straat en huis staat hoe de burgers belast werden met het onderbrengen van soldaten in de jaren 1676-1744. Geen index beschikbaar.
Inv.nr. 4217: een register met uittreksels uit de leggers uit 1747 om de nog beschikbare plaatsen voor inkwartiering aan te geven. Geen index beschikbaar.
Inv.nr. 4218: lijsten van bewoners van blokken en van de bij hen ingekwartierde militairen uit de achttiende eeuw. Geen index beschikbaar.
Inv.nrs. 4220-4233: leggers waarin per blok en huisnummer de naam van de bewoner, het aantal ingekwartierde soldaten of officieren en de tijdsperiode staan over de periode 1795-1813. Geen index beschikbaar.
In de registers voor zout- en zeepaccijns (1715-1716) staat ook veel informatie over bewoners van de stad. Deze lijsten hebben per wijk een overzicht van de bewoners voor de pachter van het zeepgeld. Zie de inv.nrs. 5219-5220 van het Oud-Stadsarchief.
De inventarisnummers van het Oud-Stadsarchief van ’s-Hertogenbosch die gaan over het innen van belastingen, accijnzen, penningen en personele quotisatie zijn interessant voor stamboomonderzoek. Raadpleeg de inventaris voor meer informatie. Een voorbeeld is het ‘Pensioenboek’, inv.nr. 2697, waarin over de periode 1479-1728 (met grote hiaten na 1596) lijfrenten op de stad zijn opgetekend. Hiervan is geen index beschikbaar.