Het heksenproces tegen Lyssen Thys
Vanaf de 15e eeuw worden in heel Europa heksen vervolgd. In de Zuidelijke Nederlanden bereikt de heksenjacht in 1595 zijn hoogtepunt. Namelijk in Peelland, een van de vier kwartieren van de Meierij van ’s-Hertogenbosch.
Rond de 25 vrouwen komen op de brandstapel terecht. De jongste is 12, de oudste is 90 en dement. In ’s-Hertogenbosch worden verschillende heksen berecht door de schepenbank. Zo ook de Bossche Lyssen Thys. De verhoring en het proces zijn uitgebreid opgeschreven in het archief van de schepenbank van ’s-Hertogenbosch en bewaard in het rijksarchief van Brussel.
Pagina's uit het proces van Lyssen Thys. Collectie Rijksarchief Brussel.
Bijgeloof en zondebokken
In de 16e eeuw krijgen de Zuidelijke Nederlanden het zwaar te verduren. Ziekte, oorlog en machtswisselingen eisen hun tol van de bevolking. Door het uitbreken van de Tachtigjarige Oorlog stort de economie in elkaar. Ondertussen houden allerlei vormen van bijgeloof vele mensen in hun greep. Ze geloven in tovenaars, spoken, geesten en heksen.
Volgens de kerk is tovenarij een daad van de duivel en het kwaad. Heksen moeten daarom gezien worden als ketters en door kerkelijke instanties berecht worden. En wanneer een oogst mislukt, door ziekte vele dorpelingen sterven of andere tegenslagen plaatsvinden, zoeken mensen naar een zondebok: iemand aan wie ze de schuld kunnen geven. Dit leidt tot beschuldigen van hekserij. De meeste slachtoffers zijn al ouder (meestal rond de 60), zeer arm, alleenstaand en machteloos.
Arrestatie Lyssen Thys
Op 14 juli 1589 wordt Lyssen gearresteerd door de hoogschout van ’s-Hertogenbosch Jacob van Brecht. Lyssen zou zich bezig houden met kwade kunsten, het aanroepen van de duivel en andere boze geesten. Met haar praktijken heeft ze veel goede burgers aangetast en van hun gezondheid beroofd.
Lyssen wordt twee maanden vastgehouden in afwachting van de aanklacht en het proces. Ze heeft een ijzeren ketting om haar lichaam en niemand mag haar bezoeken. Tijdens haar gevangenschap krijgt ze alleen op maandag, woensdag en vrijdag brood en water. In de aanklacht worden achttien getuigen genoemd waarvan een deel ‘slachtoffer’ is geweest van Lyssen haar toverkunsten.
Heksenproces tegen Lyssen
Het proces tegen Lyssen is gedetaileerd beschreven in het archief van de schepenbank van ’s-Hertogenbosch. Een van de doorslag gevende beschuldigen tegen Lyssen is dat ze heel veel kaarsen en wassenbeeldjes heeft gekocht. Deze hebben de vorm van mannen en vrouwen. Hiermee zou ze de duivel aanbidden en mensen betoveren. De wassen poppetjes rekt ze uit bij het vuur en ze steekt spelden in de ledenmaten. Op dezelfde plekken waar Lyssen de spelden plaatst in de poppetjes krijgen de slachtoffers hevige pijn. Er zijn dan weliswaar geen wassen beeldjes gevonden tussen haar spullen maar dat maakt haar niet onschuldig.
Het werkt juist tegen haar dat ze de spullen niet kunnen vinden. Lyssen heeft deze spullen weggetoverd, zo zegt de aanklager. Er kan volgens hem alleen maar geconcludeerd worden dat Lyssen wel degelijk een heks is. De aanklager vraagt de rechtbank dan ook om een scherpe ‘examinatie’ van Lyssen. Dat wil zeggen dat ze verhoord wordt door middel van marteling.
Heks wordt onderzocht op 'duivelsteken'. Tompkins Matteson 1813-1884
Examinatie van heksen
Een examinatie kan op verschillende manieren gaan. Soms zoeken ze naar het zogenaamde duivelsteken. Het hele lichaam wordt kaal geschoren en onderzocht. Vaak kijken ze onder de linker oksel, op het rechterbeen en voorhoofd. Omdat niemand echt weet hoe dat teken eruitziet, worden vele moedervlekken bestempeld als duivelsteken.
Bij een waterproef zijn de handen en voeten van de vermeende heks aan elkaar gebonden. Daarna gooien ze haar in het water. Als ze blijft drijven is ze een heks. Wanneer ze zinkt blijkt ze onschuldig. De vrouw wordt dan snel uit het water gehesen. Helaas komt het ook vaak voor dat de verdachten dan al verdronken zijn.
Bij de meeste examinaties vindt marteling van de verdachte heks plaats. Veel van de vrouwen worden net zo lang gemarteld tot ze bekennen. Dit gebeurt op verschillende manieren. Handen en voeten worden bijvoorbeeld vastgebonden en op een balk uitgerekt. Of de handen worden achter de rug gebonden en via een katrol omhoog getakeld. Soms hangt de beul ook nog een gewicht aan de benen. De druk die dit op de gewichten, spieren en zenuwen zet, veroorzaakt ondragelijke pijn. Veel beschuldigden houden dit niet lang vol. Deze manier van martelen veroorzaakt blijvende schade of de ‘heksen’ overleven het niet.
Heks ondergaat de waterproef. Bekijk in Wellcome Collection.
Verdediging van Lyssen
Lyssen ontkent alles en veel mensen staan in voor haar goede naam. Augustus Criemans is de advocaat van Lyssen. Hij verklaart dat uit het vooronderzoek geen enkele schuld blijkt. Hij zegt dat de getuigen tegen Lyssen niet geloofwaardig zijn en leugens vertellen. Getuige Aelken zou de pokken gekregen hebben door de toverijen van Lyssen. Maar Augustus zegt dat Aelken de ziekte kreeg omdat zij seksuele omgang had met Spaanse soldaten.
Volgens andere getuigenissen is Lyssen een eerzame vrouw met goede naam bij arm en rijk. Jan Wieringen heeft zelfs een paar weken bij haar gelogeerd met zijn vrouw en kinderen, om aan de pest te ontsnappen. Hij vindt het onvoorstelbaar dat Lyssen een heks is. Jacob Franss kan het ook niet geloven. Hij en zijn gezin hebben ook bij Lyssen gelogeerd om aan de pest te ontkomen.
Haar advocaat heeft nog geprobeerd de examinatie tegen te gaan. Maar in november start de beul het proces van de examinatie. Tijdens de martelingen die Lyssen ondergaat, bekent zij alles waar ze schuldig aan wordt bevonden. En zegt ‘’Die doen ick all inne dyvels namen.’’ Echter trekt ze haar bekentenissen elke keer weer in. Haar advocaat probeert duidelijk te maken dat ze alleen maar bekent door de pijn van de martelingen. Dit is tevergeefs en Lyssen wordt veroordeeld tot levenslang.
“ Die doen ick all inne duyvels namen. ”
Lyssen Thys
Einde van de heksenjacht
Er ontstaat zorg over de manier waarop in het Peelland processen behandeld worden. De Raad van Brabant ontvangt zorgelijke berichten van de schepenbank in ’s-Hertogenbosch. De Raad van Brabant is de hoogste rechtbank in het hertogdom Brabant. Zij start een onderzoek naar wat er gebeurt tijdens de processen. Er komen striktere regels over het vervolgen van heksen. Toverij is te ingewikkeld voor plaatselijke rechters en het mag voortaan alleen nog maar door hogere autoriteiten berecht worden.
Ook wordt er op 8 november 1595 een plakkaat uitgevaardigd tegen de waterproef door koning Filips II. Dit gebeurt na protesten van plaatselijke pastoors, verschillende juristen, de schepenbank ’s-Hertogenbosch en de Bossche bisschop Masius. Nu kunnen onschuldigen vrouwen niet meer het slachtoffer worden van de waterproef. Hierna wordt het rustig in het Peelland. Tot ongeveer 1613 blijven door de Nederlanden heksenvervolgingen gehouden. Daarna is het een tijd rustig. Het laatste bekende slachtoffer van heksenprocessen op Nederlandse bodem is Engten Luyten uit Limbricht in 1675.
Dit verhaal is geschreven door Florien Harmeling.
Bronnen
- Johan Otten., Duivelskwartier. 1595: heksen, heren en de dood in het vuur. (Nijmegen, 2015).
- Charles M.A. Caspers., 'Lyssen en Jacob, de grimmige strijd tussen een vermeende tovenares en de hoogschout van 's-Hertogenbosch, 1589-1595.' In Boeken als Bron, 57-66. (2001).
- Sonja Deschrijver., 'Tussen heks, dief en moordenaar 'Magie' aan de basis in 's-Hertogenbosch, 1589-1598.' In Trajecta, 300-307. (2009).
- canonvannederland.nl
- historiek.nl/heksenhamer
- historiek.nl/heksenhype
- brabantserfgoed.nl
- heemkundekringmyerle.nl
- abedeverteller.nl
- scientias.nl