Tweedehands schoenen in 's-Hertogenbosch
In 1530 overleed Daniël de Schoenlapper. In zijn testament liet hij zijn huis en goederen na aan het Groot Gasthuis en aan de Tafel van de Heilige Geest. Na zijn overlijden werden 10 of 12 wagens ouwer schoenen ende leersen wel gelaeden mit 2 paerden uit zijn huisje gehaald. In het Groot Gasthuis werden ze voor 1300 Carolusguldens verkocht. Waarom Daniël zoveel schoenen had opgespaard is niet bekend. Wel weten we dat het wegschenken of verkopen van tweedehands schoenen in die tijd heel gewoon was.
Het reliëf van het Geefhuis, in de 16de eeuw gemaakt door Jan van Aken. Collectie: Noordbrabants Museum.
Schoenen van het Geefhuis
De Tafel van de Heilige Geest, ook wel het Geefhuis, hield zich bezig met het uitdelen van kleding, schoeisel en brood aan de armen van de stad. Het Geefhuis zat in een gebouw aan de Hinthamerstraat. Het bestond uit verschillende graanschuren, broodovens, opslagplaatsen en stallen. Aan de poort vond de uitdeling van voedsel en goederen plaats. Op deze poort werd in 1524-1525 een groot houten reliëf geplaatst. Dit reliëf was gesneden door Jan van Aken, een neef van Jheronimus Bosch.
Aanpassingen aan de schoen
Er bestond dus een levendige handel van tweedehands schoenen, zowel door verkoop als door uitdeling. De vraag is of we dit ook terug kunnen zien in het archeologisch materiaal. Aanpassingen aan schoenen komen we regelmatig tegen, bijvoorbeeld voor het herstellen van slijtage of het maken van een sneetje om druk op een pijnlijke plek van de voet te verlichten. Maar dit hoeft niet samen te hangen met hergebruik van schoenen. Het kan namelijk net zo goed door de eerste eigenaar gedaan zijn. Maar het aanpassen van een schoen aan de grootte van de voet zal vooral bij tweedehands schoenen zijn gebeurd. Schoenen werden namelijk op maat gemaakt en gingen kort mee. Hierdoor ligt het niet voor de hand dat de eerste eigenaar de schoenen moest aanpassen.
Detail van het reliëf, met een mand vol (tweedehands) schoenen.
Het voormalig Geefhuis. Foto uit 1955. Bekijk op Beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch.
Fransen troepen te paard eisen de stad op in 1794. Op de achtegrond het Geefhuis met boven de poort het reliëf. Bekijk op Beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch.
Een 16de eeuws paar gevonden
In 2010 werd een paar schoenen gevonden in de beerput van een huis aan de Weversplaats in ’s-Hertogenbosch. De schoenen komen uit de eerste helft van de 16de eeuw. Het was een heel algemeen type schoen voor die tijd. Bij beide schoenen is het bovenleer op de voorvoet in tweeën gesneden, waarschijnlijk omdat de schoen teveel knelde. Dit zou er op kunnen wijzen dat het om tweedehands schoenen gaat, die zijn aangepast aan de vorm van de voet van de tweede drager.
De 16de eeuwse schoenen die gevonden zijn in de beerput.
De beerput waarin de schoenen zijn gevonden heeft twee stortkokers. Dit zou kunnen betekenen dat meer gezinnen van de put gebruik maakten. De vondsten uit deze laag komen voor het grootste deel uit de periode 1500-1550. Er zijn aanwijzingen gevonden voor zowel ambachtelijke activiteiten als voor een bovengemiddeld welgesteld huishouden. De ambachtelijke activiteiten betreffen een schoenmaker (een schoenleest en leerafsnijdsels), een maker van kledingaccessoires (grondstoffen en mislukte exemplaren) en een ploter (die schapenhuiden van wol ontdoet). De vondsten die wijzen op een hogere status zijn onder meer een spiegeltje met een houten lijst, een tinnen maat, twee aardewerk lavabo’s, een tinnen wijwatervaatje en resten van lange peper en granaatappel. Als we deze andere vondsten zien ligt het niet meteen voor de hand om de schoenen als tweedehands te bestempelen.
Blijvende vragen
Hoewel tweedehands schoenen dus op grote schaal in de stad rondgingen is het lastig deze in het archeologisch materiaal te herkennen. Er blijven dan ook nog veel vragen open. Hoe snel werden schoenen als tweedehands verkocht? Was dat al bij de eerste slijtageplekken of als de schoen al een keer hersteld was? Waren het alleen rijke mensen die versleten schoenen van de hand deden of gebeurde dat ook bij de middenklasse (ambachtslieden). Waren het alleen de schoenlappers die tweedehands schoenen opkochten, herstelden en verkochten? En wie kochten deze schoenen dan? De allerarmsten kregen ze via het Geefhuis, maar er moet een grote net iets minder arme groep zijn geweest die tweedehands schoenen kocht.