Deur uit de 16e eeuw ontdekt in Groot Tuighuis
Bouwhistorici hebben in het Bossche Groot Tuighuis een gemetselde boog ontdekt. Achter deze boog blijken nog delen van een oude houten deur te zitten uit waarschijnlijk de 16e of begin 17e eeuw. In die periode was het gebouw nog in gebruik als protestantse kerk, wagenhuis en paardenstal. Op dit moment wordt het Groot Tuighuis verbouwd. In de zomer van 2023 opent hier een modern erfgoedcentrum. De deur is ontdekt nadat een stuclaag is verwijderd en het metselwerk zichtbaar werd.
Stenen boog met daarachter delen van een houten deur uit de 16e eeuw
Strokendeur
De gevonden deur is een zogenaamde ‘strokendeur’ ook wel ‘delendeur’ genoemd. Dit is de oudste deurvorm die in ’s-Hertogenbosch voorkomt. Deze deur bestaat uit verticale houten delen. Op de kopse kant hebben de delen een groef waardoor ze in elkaar vallen. De delen werden verder bij elkaar gehouden door houten klampen of ijzeren strippen. In deze deur zijn ook nog verschillende oude nagels (spijkers) zichtbaar. Waarschijnlijk is de deur van eikenhout. Aan de buitenzijde van het Groot Tuighuis is de deur niet te zien. Hij is dus ooit aan beide zijden ingemetseld.
Deurgreep
Twee delen van de deur zijn voorzichtig vrijgemaakt. Bij het vrijmaken van de deur ontdekten de bouwhistorici ook nog een ijzeren deurgreep. Een deel van de muur blijft zitten, zodat de deur niet helemaal uit elkaar valt. Het hout is in de loop van de tijd erg kwetsbaar geworden door houtworm en vocht. Ook is te zien dat tijdens het inmetselen van de deur deze al gaten vertoonde. Deze zijn destijds opgevuld met kalkmortel.
Stukje hout uit de gevonden deur
IJzeren deurgreep
Hergebruik
Aan de grootte en kleur van een steen kunnen bouwhistorici veel aflezen. De stenen die in de boog voor de deur zijn gemetseld komen uit verschillende periodes. In de 16e eeuw was al sprake van hergebruik van materialen. Een deel van de boog is gemaakt van mergelsteen. Met een zichtbaar profiel in de deurlijst. Deze gele steen dateert waarschijnlijk uit de vroeg 17e eeuw. In het metselwerk direct onder de boog zijn ook kleinere steentjes verwerkt uit de 16e eeuw. Deze zijn gemaakt van rode maasklei en gele IJsselklei.
Een aantal bakstenen, die zijn verwijderd uit de boog, zijn zo groot dat ze waarschijnlijk al in de 14e eeuw zijn gemaakt. Stenen maken en bakken was destijds een tijdrovend werk. Ze werden daarom vaak hergebruikt in andere panden. De kalkstenen deurversiering is mogelijk ook afkomstig uit een ander gebouw. Dat is af te leiden uit de sporen die zichtbaar zijn in de steen.
Verschillende steensoorten die zichtbaar zijn in de gemetselde boog
Zichtbaar
Samen met de architect en de aannemer wordt bekeken of en hoe de deur zichtbaar kan blijven.
Meer info
- over de verbouwing van het Groot Tuighuis
- over de geschiedenis van het Groot Tuighuis (oude Sint-Jacobskerk)