De ‘bijvangst’ van fort Crèvecoeur
Bij historisch onderzoek komt de onderzoeker vaak zaken tegen die niet direct van doen hebben met het onderwerp, maar die wel ‘te leuk’ zijn om niet te vermelden. Vaak passen die zaken niet of nauwelijks binnen het eigenlijke verhaal dat de onderzoeker wil vertellen. Zo ook bij het onderzoek naar de bouw van de eerste schutsluis te Crèvecoeur in de periode 1701-1747. Een bijlage van het onderzoeksrapport – getiteld ‘Bijvangst’ – geeft een interessant beeld van de inrichting en onderhoud van het fort.
Plattegrond van fort Crèvecoeur uit 1749 © Nationaal Archief, Plans van Vestingen, inv.nr. H394.
Commandeurshuis
Een van de zaken die in het oog sprongen tijdens het onderzoek was een tekening die in het Nationaal Archief is opgeborgen. Hierop zijn het aanzicht van de voorgevel van het Commandeurshuis weergegeven, de plattegrond van de begane grond en de eerste verdieping, alsook een dwarsdoorsnede.
Het grote pand kende twee voordeuren. Het bleek dat zowel de commandant als de major van het fort erin woonden en over een eigen woonruimte beschikten. Op de tekening is ook een legenda opgenomen met uitleg over het gebruik van de verschillende vertrekken van het huis. Het meest opvallend daarbij is dat er sprake is van een kinderkamer in het gedeelte dat bestemd was voor de commandant. Het lijkt er dus op dat hij hier met zijn gezin woonde.
Dwarsdoorsnede en plattegrond van de tweede verdieping van het commandeurshuis op Crèvecoeur (1769) © Nationaal Archief, Plans van Gebouwen, inv.nr. C10, rechterdeel van de tekening.
Van kerk tot kruitmagazijn
Ook van andere gebouwen die op het fort stonden of in die periode gebouwd werden, zijn in de archieven gegevens gevonden. De nieuwbouw bestond uit een 'corps de garde' (centrale wachtpost) voor het huisvesten van de bezetting van het fort. Daarnaast verrezen er kazematten, kleine kruitmagazijnen en een groot kruitmagazijn. Het kerkgebouw dat uit de zeventiende eeuw dateerde, werd herbestemd en kreeg de functie van opslagruimte. Maar ook over kleinere zaken werd bericht, zoals de aanleg van een pomp ten behoeve van de watervoorziening, het oprichten van secreten (poepdozen), wachthuisjes en de aanschaf van gebruiksvoorwerpen.
Ruïnes van kruithuizen op fort Crèvecoeur
Onderhoud
De archiefstukken laten zien dat er gepoogd werd de onderhoudskosten van het fort te beperken. Daarbij is het goed te weten dat het fort in vredestijd een agrarische functie had. Er werd gras gemaaid en gehooid, hout geoogst en vis gevangen. Gaandeweg ontstond het idee deze opbrengsten in natura te gunnen aan de aannemer die op dat moment het onderhoud uitvoerde. Het bedrag dat hem dit opleverde werd dan in mindering gebracht van de aannemingssom.
Dit was alleen tegen het zere been van de toenmalige commandant. Het bleek namelijk dat het commando voeren over het fort een onbezoldigd ambt was, en dat de commandant zijn inkomen aanvulde met de verkoop van hooi, hout en vis. Uiteindelijk werd besloten het merendeel van de opbrengsten in natura aan de aannemer te gunnen en de commandant een tegemoetkoming in de gederfde inkosten te geven.
Plattegrond van het fort Crèvecoeur uit 1735. De werkzaamheden voor het herstel van het fort zijn in vier percelen opgedeeld. De gele kleur geeft aan wat waar moest gebeuren. © Nationaal Archief, Plans van Vestingen, inv.nr. H386.
Besluit
Al deze grote en kleinere onderwerpen samen bieden een inkijkje in de inrichting, het gebruik en het leven op het fort in de eerste helft van de achttiende eeuw. Zoals gezegd: te interessant om zomaar aan voorbij te gaan.
Dit is een samenvatting van een artikel dat eerder verscheen in Silva, geschreven door Hans Willems en Bram Steketee († 2015). Meer weten? Lees dan het volledige artikel in ons wetenschappelijk tijdschrift Silva (2020, nummer 3, december).