bouwwerken

De Bossche telefooncentrale

De oude telefooncentrale aan de Prins Bernhardstraat maakt plaats voor een nieuw stukje binnenstad. Met ingang van 2021 is het strippen en slopen gestart. Wat zich achter de muren van het herkenbare complex afspeelt verandert dus. Maar de telefooncentrale is te memorabel en beeldbepalend voor ’s-Hertogenbosch om helemaal te laten verdwijnen.

De telefooncentrale in 1990
De telefooncentrale in 1990  © Wies van Leeuwen, collectie BHIC

Meer ruimte in de binnenstad

Het oudste gedeelte van de telefooncentrale is gebouwd in 1936. Daarvoor houden telefonistes het Bossche telefoonverkeer nog in gang boven de C&A op de Markt. Maar telefoneren is in opkomst dus de Rijksgebouwendienst gaat op zoek naar meer ruimte.

De aangewezen plek voor een nieuwe centrale is een stuk binnenstad dat tot de jaren 1930 opvallend leeg is. Tussen de Mortel en de Sint Jorisstraat liggen lange tijd zelfs alleen maar grote moestuinen en bleekvelden. Tegelijkertijd besluit ’s-Hertogenbosch in de jaren 1930 om een nieuwe weg aan te leggen die langs de nieuwe telefooncentrale zal lopen: dit is het eerste stuk van de Prins Bernhardstraat.

De moestuinen in de binnenstad
De moestuinen in de binnenstad vanuit de lucht, 1930.
Bekijk in Beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch.

De nieuwe telefooncentrale
De nieuwe telefooncentrale ligt in 1937 nog aan een zandvlakte. Hier loopt nu de Prins Bernhardstraat. 
Bekijk in Beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch.

Het Rijk is opdrachtgever voor de bouw van de nieuwe telefooncentrale, omdat telefonie in die tijd valt onder de verantwoordelijkheid van het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie (PTT). Een belangrijke functie van de PTT-centrale is het doorschakelen van telefoongesprekken. Dat gebeurt in de jaren 1930 nog veelvuldig met de hand. Bosschenaren bellen naar de centrale en daar verbindt een telefoniste hen door naar de persoon die ze willen spreken door de juiste kabels in te pluggen op een schakelbord.

Bossche telefonistes
Bossche telefonistes in 1938. Bekijk in Beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch.

Na de oorlog

Na de Tweede Wereldoorlog is 30% van de telefooninstallaties in Nederland verwoest. Ook de centrale in ’s-Hertogenbosch heeft grote schade opgelopen tijdens de bevrijding. Terugtrekkende Duitse troepen hebben het gebouw opgeblazen op 24 oktober 1944.

Opgeblazen telefooncentrale in oktober 1944
Opgeblazen telefooncentrale in oktober 1944. Bekijk in Beeldbank Erfgoed 
's-Hertogenbosch
.

Om een deel van de schade te herstellen, dient de Rijksgebouwendienst in februari 1946 een aanvraag in. Het plan is om alleen de noordzijde van de centrale te herbouwen. Het zuidelijke deel valt niet meer te redden. Voor de verloren ruimte moet wel een alternatief komen. Een jaar later start daarom de bouw van een nieuwe vleugel langs de Mortel. Hierin vestigt zich de administratie van de PTT.

Maar zelfs met de nieuwe vleugel erbij kampt de telefooncentrale met ruimtegebrek. Na de oorlog heeft de Bossche PTT nieuwe taken gekregen als hoofdkantoor van het telefoondistrict 008. Tegelijkertijd is de telefoonwereld in een rap tempo aan het veranderen. De PTT heeft vooral veel extra ruimte nodig voor het nieuwe ‘TFN-systeem’ waarmee de centrale telefoongesprekken automatisch kan doorschakelen, zonder tussenkomst van telefonistes.

Noodgebouw van de telefoondienst
Noodgebouw van de telefoondienst aan de Prins Bernhardstraat, 1952. Bekijk in Beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch.

Begin jaren 1950 werkt de PTT in een noodgebouw aan de Prins Bernhardstraat. In 1953 vraagt de Rijksgebouwendienst opnieuw om toestemming voor een uitbreiding. Het resultaat is een nieuwe hoofdingang met een schitterend trappenhuis en een schuine vleugel langs de kromming van de Prins-Bernhardstraat, die nog altijd het straatbeeld sterk bepalen.

Kunst hoofdingang telefooncentrale Niel Steenbergen
Kunst boven de nieuwe hoofdingang: beeldhouwwerk van vijf telefonerende vrouwen (Niel Steenbergen). 
Bekijk in Beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch.

Glas-in-loodvenster Marius de Leeuw boven ingang telefooncentrale
Glas-in-loodvenster boven de ingang ontworpen door Marius de Leeuw © Boelens de Gruyter

Ondanks de toenemende automatisering blijven in de telefooncentrale nog jarenlang telefonistes werken, zoals de Bossche Netty Hovij. Zij begint in 1969 als 18-jarige: “We moesten ook weleens het Koninklijk Huis doorverbinden. Als je maar durfde mee te luisteren kon je al ontslagen worden!”

Hovij werkt in een grote telefoonzaal samen met zo’n twintig andere vrouwen. Ze legt uit dat ze per minuut een stuk of twintig klanten moet helpen uit het district Den Bosch (008) en dat de PTT veel discipline vereist. “Iedereen had een rang. Twee dames hadden de leiding, die hielden ons in de gaten”, beschrijft Hovij. Toch krijgen de telefonistes soms de kans om een geintje uit te halen: “Zo gingen we de familie Haan en de familie Kip met elkaar doorverbinden. Dan lig je natuurlijk helemaal in een deuk.”

Bossche telefonistes werken aan het schakelbord
Bossche telefonistes werken aan het schakelbord (rechts) en zoeken telefoonnummers (links) © Privécollectie Netty Hovij      

Hoofd van de telefonistes aan hun bureaus
Hoofd van de telefonistes aan hun bureaus (links) en de telefonistes van district 008 (rechts) © Privécollectie Netty Hovij

Nachtdiensten en atoomgevaar

De telefonistes werken ook ’s nachts. Netty Hovij: “Je zat meestal alleen. Dan werd er een bed gereden naar je post en ging je gewoon slapen tot iemand je wakker belde.” Ze verdient voor haar fulltime baan met onregelmatige diensten 323 gulden per maand. “Dan denk je nu, daar ga ik mijn bed niet voor uit, maar dat was toen een heel bedrag.”

Verschillende telefonistes, waaronder Hovij, krijgen een speciale opleiding voor de atoombunker. Dit is een toevoeging onder het gebouw uit de jaren 1970. Mocht een atoomoorlog uitbreken dan houden ze daar het telefoonverkeer in stand.
Ontdek meer over de atoomkelder.

Fietsen drijven luchtzuiveringsinstallatie aan in de atoomkelder
Fietsen drijven luchtzuiveringsinstallatie aan in de atoomkelder

Nooduitgang atoomkelder richting de Mortel
Nooduitgang atoomkelder richting de Mortel

Telefoonmast

Netty Hovij stopt als telefoniste in 1976 vanwege haar zwangerschap. “Een jaar voordat ik wegging, begonnen ze al met computers te werken. Het doorverbinden werd steeds meer geautomatiseerd.”

Tussen 1977 en 1987 is de telefooncentrale nog vier keer uitgebreid of aangepast. In 1984 is een vergunning verleend voor een iconische straalverbindingsmast op het terrein. 1989 is ook een memorabel jaar, omdat de telefonietak van de PTT dan verder gaat als KPN (Koninklijke PTT Nederland). 

Nieuw stukje binnenstad

De laatste renovatie van de telefooncentrale vindt plaats in 2003. Door de nog altijd toenemende automatisering komt het gebouw steeds verder leeg te staan. Kort voor de bankencrisis ontstaan de eerste plannen om het KPN terrein te veranderen.

Plannen voor ‘Amadeiro’
Plannen voor ‘Amadeiro’  © Boelens de Gruyter

Op dit stukje binnenstad zal een mix van woningen en kantoren verrijzen. De telefooncentrale is een van de weinige goed bewaard gebleven gebouwen van de Rijksgebouwendienst in ’s-Hertogenbosch van kort na de oorlog. Delen van het complex zullen daarom zoveel mogelijk intact blijven. Denk hierbij aan de kunstwerken boven de hoofdingang, het glas in lood, de donkerrode gemetselde gevels en de flauw hellende schilddaken met rode pannen.

In de toekomst zal het gebied niet langer hermetisch afgesloten zijn en kun je zelf een kijkje nemen op het terrein van de oude telefooncentrale: een groen binnenhof waar nieuwe bewoners leven, wonen en werken.

Lees verder

  • Op de plek waar een parkeergarage gepland staat, heeft in de zomer van 2020 archeologisch onderzoek plaatsgevonden met een raadselachtige vondst.
  • Volg de transformatie van de oude telefooncentrale op Instagram

Ook interessant

Massaal schuilen in de stad

bouwwerken
Massaal schuilen in de stad

Kort na de Tweede Wereldoorlog was de angst voor nieuw geweld zo groot dat overal in Nederland de bouw begon van nieuwe schuilkelders. In ’s-Hertogenbosch lag in 1952 een plan klaar.