Grieten en kanonnen
In het Bastionder aan de zuidrand van de stad staat een groot stuk geschut met de naam ‘Stuerghewalt’. Deze ‘groote slanghe’ stamt van 1511 en was bedoeld als aanvalswapen in de veldtochten van de stad tegen de wijde omgeving. ’s-Hertogenbosch was in de middeleeuwen een frontstad in de strijd tussen Brabant en Gelre. Er is geschreven dat een andere naam de ‘Boze Griet’ zou zijn. De nu ongebruikelijk lijkende naam ‘Griet’ voor een soort kanon kwam juist veel vaker voor. Voor het gemak wordt vaak kanon gezegd, maar tegen het einde van de 16e eeuw waren er meer dan 200 verschillende soorten vuurgeschut met hun eigen aanduiding. Stuerghewalt was géén kanon, maar een culverin van het type veldslang: een lange-afstands-geschut!
De 'Boze Griet' in het Bastionder.
Naamgeving
Al vanaf de oudheid werden aan wapens soms namen gegeven ter afschrikking, maar ook om ze beter te kunnen onderscheiden. Voorbeelden hiervan zijn: de belegeringstorens van Alexander de Grote die ‘helepolis’ (innemer van steden) heetten; een trebuchet (slingerarm artilleriewapen) met de naam ‘Warwolf’, werd bij het beleg van Stirling Castle in 1304 ingezet; en ook nog in de Tweede Wereldoorlog werd deze traditie gebruikt in plaats van de moeilijk te onthouden of uit te spreken typeaanduidingen (Sherman-tank, Tiger-tank, Spitfire).
Vanaf de 14e en 15e eeuw kreeg groot en speciaal geschut een eigen naam. Sommige vuurmonden kregen de naam van: een stad of van een streek, anderen van helden uit de mythologie of historische en soms (toen) hedendaagse militaire leiders. Soms gaf de kleur zijn naam door (rode duivel) of werden vrouwennamen gebruikt, zoals "Griet(t)e", "Fille Griete" en "La petite Liete".
Griet werd meestal gebruikt om zware ‘engien’, zoals het vuurgeschut genoemd werd, aan te duiden. En Grieten waren duur in aankoop en in onderhoud! Stuerghewalt heeft de stad in totaal zo’n 4.000 guldens gekost. Dat was pakweg 10% van de toenmalige stadsinkomsten - omgerekend naar koopkracht van nu is dat ruim 300.000 euro!
De allergrootsten werden meestal gebruikt voor belegeringen, niet voor de verdediging van een stad. De trend van steeds groter wordende geschut werd doorbroken toen explosieve kogels van gietijzer mogelijk werden en voor veldslagen veel bewegelijker kanonnen gevraagd werden.
Technische tekeningen van de Boze Griet. (Bekijk op Beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch)
Griet of Margaretha
Al vanaf 1391 komt “Grielle” of "Griete", naast "Marguerite" of "Margot" als benaming van bombarden (zwaar geschut om muren te beschieten) voor. Maar ook bombarden in Gent, Diest, Mechelen, Henegouwen en ’s-Hertogenbosch werden zo genoemd. En vertaald naar het Frans en Engels kwam deze naam voor als: ‘Grande Margot’ (Dijon) en ‘Mons' Meg’ (Edinburg). Allemaal Margaretha-namen. Er waren in die periode heel wat bombarden die ‘Griete’ heetten.
In de 13e tot en met de 17e eeuw waren er vele tientallen oorlogvoerende adellijke Margaretha’s in alle streken van Europa, met achternamen: van Vlaanderen, van Oostenrijk, van Beieren, etc. Bijna heel Europa kon wel verwijzen naar een Margaretha. In de bouwperiode was Margaretha van Oostenrijk (1480-1530) landvoogdes van Habsburgse Nederlanden. Zij was de dochter van keizer Maximiliaan van Oostenrijk. Mogelijk heeft dit ook een rol gespeeld bij de naamgeving van kanonnen.
Het woord ‘griet’ (nu: ‘jong meisje’), werd vroeger gebruikt om een ‘boze vrouw’ aan te duiden. Zo stelde het schilderij Dulle Griet (1561) van Pieter Bruegel de Oude, een vrouwelijke furie voor.
In militaire termen komt griet van grieten, dat vermorzelen of verbrijzelen betekent. Andere afleidingen zijn: grut en gort. Je kon met het kanon dus iets aan gort schieten.
Misschien is dat wel één van de redenen dat het woord veel gebruikt werd voor ‘kanonnen’: om deze een afschrikwekkende naam te geven.
De Dulle Griet in Gent. (Bron: KU Leuven)
Verschillende Grieten
De naam Griet voor kanon of bombarde kwam in veel steden en gebieden voor. Bekijk het chronologisch overzicht van verschillende Grieten (pdf)
We zien heel veel verschillende benamingen voor geschut afgeleid van ‘Griet’. Soms werd een artilleriestuk veroverd door de tegenstander en begon dan weer aan een nieuw leven, met een andere naam. Soms onder een andere griet-naamvariant. De ‘Dulle Griet’ wisselde van eigenaar, achtereenvolgens: van onbekend naar Gent, van Gent naar Oudenaarde en weer terug naar Gent.
Geschreven door: Jack Theuns