Stuer Ghewalt (Boze Griet)
Het “Stuer Ghewalt” (Stoer Geweld), in de volksmond ook wel “Boze Griet” genoemd is een Bosch’ kanon met een bijzondere geschiedenis. Dit bewaard gebleven smeedijzeren geschut, daterend uit het einde van de middeleeuwen (1511-1512), is momenteel uiterst zeldzaam in Europa, in Nederland is het kanon uniek in zijn soort. Het behoort tot het type van groot aanvalsgeschut dat in tijden van oorlog kon worden ingezet bij veldtochten en belegering van steden en kastelen. De stad ’s-Hertogenbosch liet het vervaardigen als vervanger van een bestaand, versleten kanon en het zou moeten worden gebruikt in de strijd tegen het hertogdom Gelre, waarbij de heerschappij van de Bourgondische-Habsburgse hertogen over Gelre werd betwist door Karel van Egmond, daarbij gesteund door diverse Gelderse gewesten en steden.
De stad ’s-Hertogenbosch, strategisch gelegen aan de noordgrens van het hertogdom Brabant, steunde de Bourgondische - Habsburgse hertogen in hun strijd. Zo maakte de Habsburgse keizer Maximiliaan van Oostenrijk zijn blijde inkomst in de stad in 1508 na de verwoesting van het Gelderse slot Poederoyen waaraan ’s-Hertogenbosch medewerking had verleend.
Met het kanon Stuer Ghewalt zijn echter weinig heldendaden verricht. Het werd gesmeed door de Keulse meester - smid Jan Fyck, die er wel een zeer imposant en fraai uitziend kanon van heeft gemaakt. Dergelijke lange, slanke kanonnen werden doorgaans aangeduid als “Slange” of “Basilisk” (een mythologisch monster uit de klassieke oudheid), wat de bijzondere vormgeving van het Stuer Ghewalt verklaart: de 6,34 meter lange loop wordt beëindigd door een (fabel-) dierenkop met een opengesperde muil als vuurmond.
Aan het Bossche kanon werden in de volksmond bijzondere eigenschappen toegedicht, met name dat het tot de stad Zaltbommel zou kunnen schieten, maar uiteraard is deze draagwijdte, zelfs bij een goed functionerend laatmiddeleeuws kanon bij lange na niet te halen en moeten dergelijke “stuere” verhalen naar het rijk van de basilisken (fabeldieren) worden verwezen.
Dat het Stuer Ghewalt de tand des tijds heeft doorstaan is echter nu juist te danken aan het feit dat het ondeugdelijk was: na de eerste schietproeven bleek het totaal ongeschikt te zijn doordat de smeedijzeren kogels in stukken uit de loop dwarrelden, vrijwel zeker ten gevolge van een verkeerd uitboren van de loop. De smid ontvluchtte de stad na diverse vruchteloze pogingen om de vuurmond alsnog aan de praat te krijgen. Hij zocht toevlucht in zijn geboortestad Keulen en kon zelfs nog, vele jaren nadien, met succes door middel van een proces een extra financiële bijdrage van ’s-Hertogenbosch incasseren!
Latere lotgevallen
Het kanon heeft in de latere eeuwen nog diverse anekdotische voorvallen meegemaakt. De loop werd zelfs tijdelijk ingekort om de vuurkracht van het kanon te kunnen verbeteren. Het voorste deel van de loop heeft destijds in de 17e eeuw nog dienst gedaan als contragewicht van het uurwerk in de Sint Janstoren. Naderhand zijn de onderdelen weer aaneengesmeed en is het kanon weer in zijn volle lengte te bewonderen. Na vele jaren ongebruikt te hebben gelegen achter het Bossche stadhuis werd het Stuer Ghewalt enkele decennia geleden neergelegd op Bastion Oranje. In historisch opzicht een onjuiste keuze omdat het kanon op deze wijze een verdedigingskanon leek te zijn, maar ook op een te “jonge”,17e eeuwse locatie. Daarbij viel het jarenlang ten prooi aan weer, wind en graffiti.
Dit leidde uiteindelijk tot het besluit om het “Stuer Ghewalt” te verwijderen van zijn plaats, te conserveren en te herplaatsen op een meer geëigende en veilige locatie, want voor een dergelijk uniek en waardevol eeuwenoud kanon is het uiteraard ondenkbaar dat het nu nog in de buitenlucht aan de elementen kan worden blootgesteld.
Tegenwoordig staat het kanon in het Bastionder, naast de 14e eeuwse stadsmuur en toren binnen in het Bastion Oranje.
De Boze Griet achter het Stadhuis met stadsarchivaris H.J.M. Ebeling in 1949.
De Boze Griet op Bastion Oranje in 1955.
Reconstructie van het affuit
Uit historische bronnen blijkt dat het kanon Stuer Ghewalt zou moeten gaan dienen als mobiel geschut aangezien het geschikt zou worden gemaakt om te worden geplaatst op hetzij een slede of een verrijdbaar affuit. Dit heeft geleid tot het besluit om het in de nabije toekomst te plaatsen op een affuit, zoals dat aan het begin van de 16e eeuw gebruikelijk was.
Hoofdconservator J.P. Puype van het Nederlands Leger- en Wapenmuseum attendeerde op tekeningen uit het begin van de 16e eeuw, die in historisch opzicht perfect passen bij het kanon. Dit uit Oostenrijk afkomstige bronnenmateriaal betreft namelijk tekeningen van affuiten die destijds werden gemaakt voor de Garde van keizer Maximiliaan van Oostenrijk. Deze vorst was op dat moment voogd van zijn minderjarige kleinzoon Karel V en daardoor Heer van Brabant in de periode dat het “Stuer Ghewalt” werd gesmeed.
Uit de oude tekeningen kan worden opgemaakt dat dergelijke affuiten werden vervaardigd uit omvangrijke massieve boomstammen, voorzien van as en twee zware wielen. Het affuit werd door de smid voorzien van smeedijzeren banden en platen om te voorkomen dat het hout door het gewicht van het kanon (het Stuer Ghewalt weegt ca. 3000 kg!) en de kracht van de explosies zou splijten. Aan de uiteinden van de as werden ter versteviging smeedijzeren trekstangen bevestigd naar de achterzijde van het affuit. Ook werden ter versteviging horizontale ijzeren staven dwars door het affuit geleid en aan de zijkanten met spieën vastgezet, die evenals de banden en platen het hout tegen splijten moest beschermen. Uit een ingekleurde tekening blijkt tenslotte, dat de affuiten werden beschilderd: de wielen (oker-) geel, het hout van het affuit zwart en het smeedwerk rood. De ijzeren wielbanden, met stroppen en nagels rond de wielsegmenten vastgezet, bleven onbeschilderd.
Op basis van deze gegevens zijn reconstructietekeningen vervaardigd voor het affuit van het Bossche kanon. De houten romp van het affuit is gemaakt door leerlingen van de Stichting Bouwopleidingen, Regio Den Bosch. Dit opleidingsinstituut is al eerder verantwoordelijk geweest voor het vervaardigen van affuiten van kanonnen op de Bossche stadswallen. De as en wielen zijn vervaardigd door de hierin gespecialiseerde wagenmakerij Verwey in Houten, het smeedwerk is uitgevoerd door de eveneens gespecialiseerde smederij Thijs van der Helm in St. Michielsgestel. Op nauwgezette wijze is een historisch verantwoorde reconstructie van het affuit nagestreefd.