Hercules Magusanus
De mooiste archeologische vondsten komen doorgaans bij verrassing tevoorschijn. Op een moment of op een plek dat je het niet verwacht. Dat geldt eigenlijk ook voor het beeldje van Hercules Magusanus, icoon van de tempel van Empel! Niet bij de resten van de tempel zelf maar honderden meters verderop, werd het gevonden in de grond die bij de ruilverkaveling over grote oppervlakte verspreid was, net als vele andere -vaak fragmentaire- Romeinse voorwerpen. Een gelukstreffer – alsof het de wil van de goden was…
Hercules Magusanus was de belangrijkste god die hier vereerd werd. Dat wordt ook duidelijk uit de vondsten: zo zijn er dit beeldje en een votiefplaatje met wijding aan hem. Maar ook de vele giften van militaire aard horen bij de strijdbare Hercules Magusanus.
Hercules Magusanus, ca. 8 cm. hoog bronzen beeldje. In zijn rechterhand houdt hij een drinkbeker, om zijn schouders hangt het leeuwenvel. Zijn vaste attribuut de knots, die hij in de linkerhand hield, is verdwenen.
Een god met twee namen?
Magusanus (of Magusenus, de Keltische versie van het Germaanse Magusanus) was de hoofdgod van de Bataven. De naam wordt wel verklaard als een samenstelling van ‘magus’ – dat ‘jong’ betekent – en ‘senos’ – dat ‘oud’ betekent. In hun Germaanse achtergrond zal deze ‘krachtige oudere’ voor de Bataven een oorlogsgod geweest zijn, die ze terugzagen in de figuur van Hercules. Naast een symbool voor mannelijke kracht en moed was Hercules ook hoeder en beschermer van vee: ook dat was belangrijk voor de Bataven! Bovendien wordt aangenomen dat de Bataafse elite in het kader van romanisering Hercules zag als de mythische stichter van hun volk. De identificatie van de twee godheden leidde dus tot het gebruik van de dubbele naam: Hercules Magusanus. Dit samengaan van twee godsdiensten (syncretisme) was voor beide partijen voordelig: de Bataafse god (en daarmee de Bataafse elite) kreeg een chique jasje en voor de Romeinen betekende het culturele eenheid.
Hercules Magusanus werd ook op andere plaatsen in Neder-Germanië vereerd. Zo heeft in 226 na Chr. Marcus Naevius Minervinus, officier van het 1e Legioen, deze gedenksteen gewijd aan Hercules Magusanus (vindplaats Bonn). We zien de god hier staand afgebeeld, met in zijn rechterhand de knots. Aan de andere zijde van hem is de driekoppige hellehond Cerberus afgebeeld (die Hercules immers uit de Onderwereld heeft gehaald).
Do ut des
‘V · S · L · M’ luidt doorgaans de afkorting op de laatste regel van de altaarsteen. Het is de afkorting voor de formule ‘votum solvit libens merito’, wat betekent: ‘hij heeft zijn gelofte ingelost, gaarne en met reden’. Deze woorden geven precies weer wat in de oudheid de verhouding is tussen god en mens. Als de mens namelijk een gunst vraagt aan de godheid, doet hij daarbij direct de belofte een offer te brengen wanneer het gewenste is verkregen. Zo is het als een transactie, in het Latijn samengevat met de woorden ‘do ut des’: ‘ik geef opdat jij geeft’. Naast offerdier en/of votiefgave schonk men de god soms ook een altaarsteen. Opgesteld op het tempelterrein was die een blijvend aandenken aan de dankbaarheid die Hercules Magusanus ten deel viel. Ook bij de tempel van Empel zullen zulke stenen hebben gestaan. Waarschijnlijk is de altaarsteen die in de 17e eeuw bij Ruimel is gevonden, een van deze.
Een altaarsteen die al in 1514 gevonden is in de buurt van het Romeinse heiligdom van Domburg. De tekst luidt: ‘Aan Hercules Magusanus heeft Marcus Priminius Tertius zijn gelofte ingelost, gaarne en met reden.
Zie ook
Kijk voor andere verhalen, vondsten en vindplaatsen op: Romeinen in 's-Hertogenbosch.