Historie van Bastion Maria
Bastion Maria wordt ook wel "het bastion met de boompjes" genoemd en bevond zich tussen het Sint Jansbolwerk en het Bastion Deuteren. Het bastion sloot aan de noordzijde aan op de 14e eeuwse (tweede) stadsommuring.
Bastion Maria in de 17e eeuw op de kaart van Blaeu
Ca. 30 meter ten zuiden hiervan bevond zich de oorspronkelijke hoek van de stadsmuur. Op dit hoekpunt bevond zich een muurtoren en rondeel in de stadsmuur. Vanaf dit punt boog de stadsmuur af naar de oorspronkelijke stadspoort, de Kruispoort in de Vughterstraat.
Aan de zuidzijde sloot het bastion aan op de stadsmuur van de latere Vughteruitleg, een uitbreiding van de stad uit de tweede helft van de 14e eeuw. De ommuring van dit deel vond echter pas plaats rond het jaar 1500. Het gedeelte van de stadsmuur van de tweede ommuring en van de Vughteruitleg zijn door de aanleg van het bastion bewaard gebleven.
In het begin van de 17e eeuw was de toestand van de stadsommuring heel slecht en voldeed de vesting niet aan de eisen die op dat moment aan de oorlogsvoering werden gesteld. Om deze reden werd de technische staat van de stadsmuren in deze periode door de ingenieurs Bollyn en van Thienen opgenomen. Zij gaven de adviezen om een aantal bastions aan te leggen, waaronder het bastion Maria dat kort daarna in 1614 werd gebouwd. Het bastion Maria had een opvallende afwijkende vorm vergeleken met de standaard bastions. Het bastion bestond namelijk uit twee flanken en een face die evenwijdig met de stadsmuur liep.
Met het normaliseren (kanaliseren) van de Dommel rond 1890 is het bastion Maria gesloopt en zijn de aanzetten van de flanken verdwenen onder het talud van de Stadsdommel.
In de periode 2003-2006 hebben in het kader van de restauratie van de vestingwerken vele archeologische onderzoeken aan de oostzijde van de Stadsdommel plaatsgevonden. Hierbij zijn ook de aanzetten van het bastion Maria en de aan de stadszijde van het bastion nog aanwezige stadsmuur onderzocht.