Kees Heijne (1869-1937), de bekroonde komiek
De Bosschenaar Kees (Cornelis) Heijne is in de eerste twee decennia van de 20e eeuw een succesvol komiek. Hij wordt veelvuldig bekroond tijdens regionale, nationale en zelfs internationale wedstrijden in komische voordrachten. Hij krijgt vaak enthousiaste recensies.
Portretfoto van Cornelis Heijne (1869-1937)
Kees schreef de teksten van zijn voordrachten en muziek zelf. Er zijn ongeveer 45 titels bekend, waarvan een aantal is opgenomen in het archief van Erfgoed ’s-Hertogenbosch. Deze kleine biografie is geschreven door zijn kleinzoon Gerton Heyne.
Jeugd in Raamsdonksveer
Cornelis/Kees Heijne wordt op 5 oktober 1869 geboren in het Brabantse Raamsdonksveer. Hij is de dertiende in het gezin, maar zes kinderen zijn al op jonge leeftijd overleden. Na Kees worden nog drie kinderen geboren, maar ook die overlijden snel.
Vader Leo is kleermaker in Raamsdonkveer, net als zijn vader en grootvader. Kees loopt een ander pad. Hij is een slimme en creatieve jongen en wordt na de lagere school naar de normaalschool in Geertruidenberg gestuurd; hij is voorbestemd om onderwijzer te worden. In Raamsdonkveer maakt hij deel uit van de plaatselijke harmonie en toneelvereniging Oefening & Uitspanning. Hij speelt de althoorn en heeft een talent om voor te dragen.
Een baan in Den Bosch
Toch wordt Kees geen onderwijzer. Hij kiest voor een administratieve loopbaan en vindt werk op het kantoor van wijnhandel Allard te Geertruidenberg. In 1896 trouwt hij met Adriana Verschuren (1876, Raamsdonk). Rond 1898 krijgt hij een beter betaalde baan als boekhouder bij de zoutziederij van firma Vermeulen in Den Bosch. Hij verdient daar vijftien gulden per week; geen vetpot, maar het gemiddeld loon van een arbeider in die tijd is ongeveer de helft daarvan.
Straatbeeld van de Vughterstraat ca 1900
Verhuizen naar Den Bosch
Elke dag heen en weer van Raamsdonkveer naar Den Bosch is te veel van het goede en Kees verhuist naar de Vughterdijk (de huidige Vughterstraat). Zijn moeder is kort daarvoor overleden en vader Leo (die dan al 75 jaar oud is) verhuist mee met Kees en zijn gezin. Maar Leo voelt zich ongelukkig, zo ver weg van de rest van de familie.
Straatbeeld van de Willem van Nassaulaan in waar Kees later ook zou komen te wonen ca. 1942
Het gezin verhuist binnen een jaar terug naar Raamsdonkveer en komt pas in 1905 terug naar Den Bosch, kort nadat vader Leo is overleden. Ze wonen op verschillende adressen in het centrum (Lepelstraat en Vughterdijk) en net daarbuiten in de vrij nieuwe wijk Lombok (Bondstraat en Overdiep). Weer in Den Bosch wordt Kees lid van toneelvereniging Wilhelmina.
Een kwart eeuw optreden
Voor het eerst krijgt Kees publieke aandacht met een recensie in het Dagblad van Noord-Brabant van 17 februari 1900 over een optreden in Raamsdonksveer. Hij is dan dertig jaar oud. Wat volgt is een kwart eeuw aan optredens, in de steden en dorpen van Brabant en van Dordrecht tot Arnhem.
Aankondiging voor een show van Kees in het Dagblad van Noord-Brabant op 17 Februari 1900.
De Grandes Soirees Amusante
Tientallen keren treedt Kees op bij dit soort avonden, die plaatsvinden in het verenigingsleven, kenmerkend voor de eerste helft van de 19e eeuw. Het worden vaak Grande Soirees Amusante genoemd, tijdens welke vaak wedstrijden in komische voordrachten plaatsvinden. Daarnaast treedt Kees ook op voor militaire verenigingen, of bij jubilea, zoals dat van zijn oude Normaalschool in Geertruidenberg. Maar hij treedt ook op voor de stakers van het bedrijf Thiel en zn. In Beek en Donk en levert bijdragen aan ‘liefdadigheids- en armenconcerten’.
Alles voor de goede zaak
Kees is dus maatschappelijk en politiek betrokken. Wanneer dat in twijfel wordt getrokken, voelt hij zich aangesproken. In januari 1910 reageert hij op een opmerking van de redactie van dagblad De Noord Brabander dat zijn acts zoals ‘Minus de Schaopherder’ drankgebruik stimuleren.
Voorpagina van de gedrukte voordracht van Kees’ act ‘Minus de Schaopherder’ waar hij in het dagblad De Noord Brabander kritiek op kreeg. Ca 1909.
Voorpagina van de gedrukte voordracht van Kees' act 'Moeders Pappot' Ca 1908.
Persoonlijk trekt hij zich er niks van aan zegt hij in De Noord Brabander: “…want ik zeg het Minus na: ik laot ze mar lullen en braai mijn kousen af”. Maar hij weerspreekt de kritiek om te voorkomen dat zijn uitgever schade wordt berokkend. Hij voegt twee teksten van acts toe: “Dat ik ook mijne kunst dienstbaar stel in het belang van de goede zaak, zullen u beide drankbestrijdersvoordrachten – ‘Chrisje Pruuf’ en ‘De Vier Drankbestrijders’ – doen zien”.
Tekst en politiek
In zijn voordrachten kruipt Kees als zogeheten karakterhumorist vaak in de huid van een ander. In de teksten die zijn typetjes uitdragen, wordt vaak verwezen naar de actuele politieke situatie. Zo zingt Minus de Schaopherder over
…menig herderstaf
die in verkeerden handen
zo vaak terechten kwam
want och in zoveul landen
slaat men zijn kudde lam”.
En passant maakt hij een compliment aan “ons Wilhelmien” als goede herderin.
Het bakkeleiende stel in ‘Moeders Pappot’ verandert in het afsluitende lied in “het Fransche en Duitsche rijk, die om den pappot hevig streden”. En de oorlog tussen Rusland en Japan wordt op de korrel genomen:
“…met een pot vol pap gezwind
gooiden daar die geele helden
Rusland stekeblind”.
Eerste prijzen en publieksprijzen
Soms treedt Kees alleen op, vaak is sprake van een uitvoerig programma van verschillende artiesten en opvoeringen en een competitie-element. Met grote regelmaat neemt hij deel aan nationale en internationale wedstrijden. Bij de Nationale Voordrachtenwedstrijd op 10 februari 1906 wint hij met de act ‘Ik heet Arjoaneke’ voor de eerste keer een hoofdprijs én de publieksprijs. En op 4 mei 1908 wint hij, onder andere met de act ‘De Bedroefde Recruut’, in Roosendaal de eerste prijs van de internationale wedstrijd van komische soloscenes. De eerste prijs bedraagt veertig guldens, dat voor die tijd een aanzienlijk bedrag is.
Voorpagina van de gedrukte voordracht van Kees’ act ‘De Bedroefde Recruut waarmee hij ook de eerste prijs van de internationale wedstrijd van komische soloscenes won. Ca 1908.
Lovende reacties
Voorpagina van de voordracht van Kees' act 'De Vier Drankbestrijders'. Datum onbekend.
Het winnen van prijzen gaat vaak gepaard met enthousiaste recensies. “Hoewel Dordrecht op het gebied van toneel zeer is verwend, wist de heer Heijne toch de lachspieren zoodanig in beweging te brengen, dat aan het biseeren geen einde scheen te komen. Met algemeene stemmen werd hem dan ook de eerste prijs toegekend, terwijl met overgroote meerderheid van stemmen van het publiek hem ook de publieksprijs ten deel viel”, schrijft de Provinciale Noordbrabantsche en ’s Hertogenbossche Courant in 1913.
Recensie van Kees’ act waarmee hij een eerste prijs en publieksprijs won. 17 September 1913.
Over ruim 100 optredens van Kees wordt in de periode 1900-1928 gepubliceerd in dagbladen. Ook in andere delen van het land, dragen anderen veelvuldig zijn teksten voor. In een aantal gevallen wordt de muziek door een ander geschreven.
Het karakter van de karakterhumorist
Zoals gezegd, Kees is slim en creatief. Een ingezonden brief van een bewonderaar werpt nog wat meer licht op zijn karakter: “Wat een leuke vent is me dat! Zoekt dat nu eens bij hem uit, wanneer ge gewoon met hem reist, dan lijkt hij ons meer een verlegen jongen. Maar geeft hem de ruimte!”.
Het lijkt een bevestiging van het cliché van de artiest, die in eigen kring veel minder extravert is dan zijn optredens zouden doen vermoeden. Het wordt bevestigd door de spaarzame ervaringen en verhalen die zijn nageslacht hebben bewaard. Het is soms een wat nukkige man, die mogelijk ook gebukt gaat onder de zwaarte van een groot gezin in crisisjaren.
Kees en Adriana krijgen twaalf kinderen van wie er drie vroeg overlijden. Een aantal daarvan erft onmiskenbaar de behoefte om ‘tussen de schuifdeuren’ te staan.
Foto van Kees Heijne ca 1910.
Geen luxeleven
Kees laat zijn oudste dochter Co naar de normaalschool te gaan. Daarmee is hij zijn tijd vooruit. Maar buiten zijn medeweten haalt zijn vrouw Adriana dochter Co van school; ze moet gaan werken om bij te kunnen verdienen. Getuige de plaatsen waar het gezin steeds woont, leidt het – ondanks de extra inkomsten van de optredens – geen luxeleven. Er wordt steeds verhuisd, wanneer de huurschulden weer eens te hoog zijn opgelopen.
Kees wordt ontslagen bij de zoutziederij. Deze wordt verkocht om plaats te maken voor een uitbreiding van het ziekenhuis. Het vergroot de zorgen. Kees grossiert nadien in steeds korte en tijdelijke betrekkingen. Daar komt bij dat in de loop van de twintiger jaren zijn optredens sporadischer worden. De schwung raakt eruit, hij wordt er te oud voor. Die extra bijverdienste valt dus ook weg.
Het leven van de Bekroonde Komiek
Kees verwoordt zijn eigen ervaring van het leven op het scherpst van de financiële snede, in de act ‘De Bekroonde Komiek’. “Ik zeg unne goeien kemiek mot op ’t tooneel zich zoo natuurlijk rijk kunnen voordoen, dè ’s avonds na afloop van de kemedie al zijn schuldeischers nog aan zijn deur staon…en van den aanderen kant dat ie zich zoo arm kan houden, dat ’s morgens heel zijn brievenbus vol bonnekes leet veur brood en soep”.
Het slotcouplet van het daaropvolgende lied, is als een treurige terugblik op zijn leven als bekroond komiek.
Geloof me geacht publiek
Menig bekroond komiek
Is droog en veelal hersenloos
Tapt “moppen” uit de oude doos
Maar hoor eens hier, ‘k vertel U
wat Het hardste klinkt “een ledig
vat” Want al wat zoo’n komiek U
biedt Is bombast, ophef en anders
niet
Overlijden
Behalve dat Kees thuis af en toe humeurig is, gebruikt hij met regelmaat ook ontregelende humor. Wanneer hij op 23 juli 1937 weigert de wc-deur open te maken, denken familieleden dat hij de draak met hen steekt. Maar hij heeft er net zijn laatste adem uitgeblazen. Hij is 67 jaar oud geworden.
Meer zien en lezen
- Bekijk de collectie Komische voordrachten van C. Heijne in het archief
- Bekijk de titels van alle getraceerde voordrachten in de Bossche Encyclopedie