Machinefabriek Grasso
De monumentale voormalige Machinefabriek Grasso is tegenwoordig de plek voor jonge bedrijven en gevestigde namen met een focus op ICT en data. Het is hiermee het kloppende hart van het gebied dat staat voor innovatie en ontwikkeling. Juist Grasso was de eerste fabriek aan de westzijde van het spoor in wat we tegenwoordig de 'Spoorzone' noemen. Het bedrijf groeide uit van een kleine smederij tot een internationele onderneming en had een pioniersrol in de landelijk industrialisatie.
Een kleine smederij
De basis voor de fabriek werd gelegd door Willem Grasso toen hij in 1858 besloot voor zichzelf te beginnen met een smederij en werkplaats aan het Hinthamereinde 289 in ’s-Hertogenbosch. In de kleine smederij werden stoommachines en werktuigen voor de land- en tuinbouw en de tabaksindustrie geproduceerd en gerepareerd. Ook bouwde hij naar eigen ontwerp stoomhamers, die door andere smederijen werden afgenomen. Het ging goed met de smederij van Willem Grasso: in 1868 werd een nieuwe fabriek aan de Zuid-Willemsvaart gebouwd, tegenover het Kruithuis.
Het pand waarin Willem Grasso zijn stoom smederij begon in 1858. (Bekijk op Beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch)
Portret van Willem Grasso. Hier gefotografeerd in 1885 voor het 700 jarig bestaan van 's-Hertogenbosch. (Bekijk op Beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch)
Gat in de markt
Na de uitvinding van margarine, ook wel kunstboter genoemd, had Willem Grasso een gouden greep. Hij zag een gat in de markt en begon met de productie van margarinemachines voor deze nieuwe industrie. In 1883 wist Grasso zelfs een order te bemachtigen voor de complete machinerie voor een margarinefabriek in New York. Al snel werd de naam Grasso wereldwijd in verband gebracht met de fabricage van boter- en margarinemachines. De enige zoon, Henri Grasso, kreeg in 1887 de leiding van het bedrijf. In korte tijd breidde de zaak enorm uit: van 18 mensen in 1887 naar ruim 130 man personeel in 1895.
Verdere uitbreiding
Omdat een verdere uitbreiding in de buurt onmogelijk was, verhuisde het bedrijf in 1896 naar Vught. In de Taalstraat stond nog een leegstaand fabrieksgebouw dat goedkoop werd overgenomen. Dit tot grote teleurstelling van het Bossche stadsbestuur, dat vreesde voor de werkgelegenheid. Het bedrijf bleef wel de in 1894 aangenomen naam ''s-Hertogenbossche Machinefabriek Henri Grasso' dragen. In het nieuwe onderkomen startte Henri Grasso met een afdeling koeltechniek, want de margarine moest natuurlijk ook koel worden bewaard. Het waren de gouden jaren van het bedrijf. Voor 100 medewerkers moesten woningen worden gebouwd. In 1908 waren er al zo’n 250 medewerkers.
Briefhoofd ''s-Hertogenbossche Machinefabriek' in de Taalstraat in Vught uit 1906. (Bekijk op Beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch)
Terug naar ’s-Hertogenbosch
In 1910 ontwikkelde Grasso, als eerste in Nederland, een koelcompressor van eigen fabricaat. Door de verdere ontwikkeling van de zuivel- en koeltechniek was ook de fabriek in Vught te klein geworden. Hoewel Henri Grasso de goedkeuring van het Vughtse stadsbestuur had gekregen voor verdere uitbreiding, besloot hij weer te vertrekken. In Vught lag de fabriek namelijk niet aan het water en het spoor waardoor de transportkosten te hoog werden.
Toen bekend werd dat Grasso een nieuwe locatie voor zijn bedrijf zocht, werden diverse aanbiedingen gedaan. Onder meer van een aantal Duitse steden die hoopten de fabriek binnen te halen. Ze waren zelfs bereid daarvoor een spoorlijn aan te leggen. Ook de gemeente ’s-Hertogenbosch stelde intussen alles in het werk om Grasso voor zich te winnen. Zij boden het bedrijf de mogelijkheid een stuk grond aan de westzijde van de spoorlijn te kopen voor de bouw van een nieuwe fabriek. De kosten voor het afgraven en ophogen van het terrein bedroegen 35.000 gulden, waarvan de helft, op verzoek van Henri Grasso, door de gemeente werd bijgedragen.
Luchtfoto van industrieterein west met Grasso op de voorgrond in 1924. (Bekijk op Beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch)
Nieuwbouw
In 1912 begon de bouw van een nieuwe fabriek aan de Parallelweg te ‘s-Hertogenbosch. Het Grasso complex werd gerealiseerd aan de, toen nog onbebouwde, westzijde van de spoorlijn naar ontwerp van de Tilburgse architect F.C. de Beer. Het complex werd in 1913 opgeleverd. De driebeukige opzet met de hoge ramen boven de ingangspartij doet denken aan een kerk.
Van het Grasso-fabriekscomplex zijn sinds mei 2001 drie onderdelen geregistreerd als rijksmonument: het kantoorgebouw, de machinefabriek en de fabriekshallen. Het heeft cultuurhistorische waarde als voorbeeld van het type grote, industriële machinefabriek en dit is door ligging, omvang en architectuur goed herkenbaar.
Grasso's Machinefabrieken N.V. in 1931. (Bekijk op Beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch)
Interieur van het bedrijfskantoor in 1942. (Bekijk op Beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch)
Freeswerkplaats in 1942. (Bekijk op Beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch)
De draaierij in 1942. (Bekijk op Beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch)
Na de Tweede Wereldoorlog
De fabriek raakte als gevolg van oorlogshandelingen in 1944 zo zwaar beschadigd dat de productie stil kwam te liggen. In de muren zijn nu nog kogelgaten te zien als gevolg van de beschietingen. Na de oorlog werd de fabriek zo snel mogelijk hersteld. Tegelijkertijd sloeg men een andere richting in; de fabrikanten van Grasso stopten met de productie van machines voor de zuivel- en margarine-industrie en gingen verder met de ontwikkeling van perslucht-en koeltechniek.
Machinefabriek Grasso is zwaar beschadigd tijdens de bevrijding van 's-Hertogenbosch in oktober 1944. (Bekijk op Beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch)
In de jaren vijftig van de twintigste eeuw opende het bedrijf vestigingen in andere steden in Nederland en in het buitenland. In 1958 bestond Grasso 100 jaar en in verband daarmee ontving de directie uit handen van Mr. H.J.M. Loeff, burgemeester van ’s-Hertogenbosch, het predicaat ‘Koninklijke’ voor de betekenis van Grasso in de nationale industrie. Ook werd in de vensters van het stenen voorgebouw een glas-in-loodraam geplaatst van Marius de Leeuw, aangeboden door het personeel. Dit kunstwerk is tegenwoordig nog steeds aanwezig.
De draaierij in 1943. Bekijk op Beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch)
Bankwerkerij en reparatiewerkplaats in 1946. (Bekijk op Beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch)
Een opname in de expeditie, afdeling machines in 1952. (Bekijk in Beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch)
De fabriekshal in 1956. (Bekijk op Beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch)
Reorganisatie
In 1965 werd er een belangrijke reorganisatie doorgevoerd: de productie en installatie van koelcompressoren werden van elkaar gescheiden door het installatiebedrijf Grenco (Grasso’s engineering and contracting) op te richten. Na verloop van tijd zouden nog verschillende reorganisaties plaatsvinden. Ook zijn de fabrieksgebouwen in verschillende fasen gewijzigd en uitgebreid.
Om verdere investeringen mogelijk te maken en om de concurrentie het hoofd te bieden, trad Grasso in 1992 toe tot de Duitse multinational GEA. Door verdere ontwikkeling is Grasso een internationale onderneming waarin bijna het gehele spectrum van industriële koeling te vinden is. Wat Grasso zo uniek maakt is dat zij als enige bedrijf ter wereld gelaste koelcompressoren fabriceert.
Monteur aan het werk in 1952. (Bekijk op Beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch)
Monteur koeltechniek aan het snijbranden van een veer, 1953. (Bekijk op Beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch)
Nieuwe kansen
Het voormalige terrein van Grasso-Grenco is het allereerste en allerlaatste industriële gebied in de wijk. Hoewel GEA nog steeds produceert in de oude monumentale hallen, worden veel van de overige delen van het complex verhuurd aan kleine en grote technische en creatieve bedrijven. Met de vele veranderingen rondom het complex ontstaan nieuwe kansen voor de huidige gebruikers en potentiële nieuwe gebruikers om het Grasso-complex nieuw leven in te blazen.
Bronnen
- De Bossche Encyclopedie
- Een 'koninklijk' ondernemer : machinefabriek Grasso 150 jaar. Bertie Geerts, Bossche Bladen Jaargang 10 / 2008 / 1