Mengvoederfabriek Koudijs/De Heus
Van meel en mengvoer naar een mix van ideeën
De Mengfabriek is met het Werkwarenhuis nu een plek van creatieve bedrijven, maar meer dan honderd jaar lang is er meel en kippenvoer geproduceerd. Het grote bakstenen gebouw is de meelfabriek die in 1909 is gebouwd. Na de Tweede Wereldoorlog veranderde de productie in die van mengvoeder voor pluimvee. De fabriek werd uitgebreid met aanbouwen en silo’s. Na de sluiting in 2014 werd het complex eigendom van de gemeente ’s-Hertogenbosch, als onderdeel van de Tramkade. Hier is ruimte geboden aan stedelijke herontwikkeling. De mengvoederfabriek van Koudijs/De Heus is nu een plek die ruimte biedt aan ambachten en bedrijven die vernieuwend bezig zijn op velerlei gebied.
Een stoomwalzen meelmolen
In opdracht van de firma Bruyelle werd hier, op het dan toe onbebouwde terrein aan spoorweg en Dieze, in 1909 een meelfabriek gebouwd. De gebroeders François en Leon (die firma voerden onder de naam van hun vader Hippolyte Bruyelle) bezaten al een meelfabriek in Tilburg. Maar zij kozen voor de nieuwe vestiging ’s-Hertogenbosch als locatie omdat de ligging aan de Dieze toevoer van graan met grote schepen mogelijk maakte.
Het gebouw is een ontwerp van de Tilburgse architect Frans de Beer (1873-1960). Een ander ontwerp van hem in ’s-Hertogenbosch is de Machinefabriek Grasso die enkele jaren later is gebouwd (1912-1913).
De meelfabriek in 1915, gezien vanaf de Dieze.
In de fabriek werd het graan gemalen door middel van walsen. Deze grote, stalen rollen hadden verschillende profielen, zodat het meel in verschillende fijnheid en kwaliteit kon worden gemalen. Maximale productie per dag was 1500 balen meel! Een stoommachine dreef de walsen aan. Achter de fabriek stond dan ook een machinehuis. De schoorsteen daarvan, op oude afbeeldingen nog te zien, is later afgebroken.
Een blik over de monding van de Zuid-Willemsvaart en Dieze naar de meelfabriek (1929). Bekijk in Beeldbank Erfgoed ’s-Hertogenbosch.
In 1916 verkocht Bruyelle de fabriek aan de Eerste Nederlandse Coöperatieve Meelfabrieken. Deze coöperatie - sinds de jaren 1930 bekend onder de naam Meneba (MEelfafbriek der NEderlandse BAkkerij) - was een initiatief van de Nederlandse Bakkersbond en bedoeld als tegenwicht tegen particuliere fabrikanten.
Hoe een meelfabriek werkte is te zien in deze oude film van Polygoon.
Bij de bevrijding van ’s-Hertogenbosch in oktober 1944 werd rond de meelfabriek hevig gevochten. De schoorsteen werd kapotgeschoten en ook het torentje op de fabriek werd zwaar onder vuur genomen. Geen wonder, want bovenin zaten Duitse scherpschutters…
Kapotgeschoten toren van de meelfabriek, 1944. Bekijk in Beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch.
Kapotgeschoten veevoerfabriek, 1944. Bekijk in Beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch.
Mengvoeder in plaats van meel
Tot na de Tweede Wereldoorlog bleef de meelfabriek in bedrijf. De productie eindigde in 1949, toen het complex werd overgenomen door Koudijs Voederfabrieken. Al sinds 1928 bestond met dit bedrijf een zakelijke relatie. Meneba verhuurde in Rotterdam namelijk fabrieksruimte aan Koudijs en verstrekte de firma bovendien leningen. Toen Koudijs de capaciteit wilde uitbreiden, werd besloten tot een ruil: de meelfabricage ging naar Rotterdam en Koudijs kwam naar ’s-Hertogenbosch.
De veevoederfabriek van Koudijs BK in 1950. Bekijk in Beeldbank Erfgoed ’s-Hertogenbosch.
Het betekende grote veranderingen voor de fabriek aan de Dieze. Eerst nieuwe machinerie. Want er werd niet meer gemalen, maar veevoeder geproduceerd door verschillende meelsoorten te mengen. Dit was vooral voer voor pluimvee (naast dat voor varkens, paarden en koeien). Ook verrezen er nieuwe gebouwen: er kwamen expeditieruimten voor vervoer per trein en vrachtauto, de insteekhaven naast de fabriek werd gedempt en er verrezen grote silo’s.
De mengvoederfabriek van Koudijs-Wouda in 1991. Bekijk in Beeldbank Erfgoed ’s-Hertogenbosch.
Door bedrijfsovernames veranderde in de loop van de jaren ook een aantal keren de naam op de gevel: van Koudijs BK over Koudijs Wouda (1966) naar tenslotte De Heus. Dit laatste bedrijf nam namelijk in 1998 de fabriek over.
Overigens veranderde niet alleen de naam in de loop der jaren. Waar in de jaren 1960 nog 200 mensen werkten in de fabriek, waren dat er in 2008 nog maar 30.Het productieproces was immers grotendeels geautomatiseerd: vanuit een controlekamer werden de granen uit een van de 21 silo’s door pijpleidingen gevoerd om vervolgens gemalen, gedoseerd en gemengd te worden. Als korrels of in poedervorm verliet het voer voor de vleeskuikens en kippen tenslotte in grote tankauto’s de fabriek. Het verhitten en koelen van de granen gedurende de productie veroorzaakte de weeïge geur die vaak in de omgeving te ruiken was.
De Mengfabriek
In 2014 stopte De Heus met de productie van veevoeder en verkocht de fabriek aan de gemeente ’s-Hertogenbosch. Daarbij speelden verschillende factoren een rol, zoals de verandering van productielocaties binnen De Heus en de stankoverlast die het bedrijf regelmatig in de stad veroorzaakte. In het kader van stedelijke herontwikkeling heeft de gemeente vervolgens de ruimte geboden aan ‘stadmakers’ om hier culturele waardes, sociale structuren en economische bedrijvigheid te creëren. Onder de naam De Tramkade biedt het complex nu ruimte aan culturele activiteiten, creatieve bedrijven, vergaderlocaties en horeca. Lees meer over wat Tramkade Den Bosch te bieden heeft.