bouwwerken

Op de vloer in Vughterstraat 19

Vughterstraat 19 staat bij de meeste Bosschenaren bekend als de servieswinkel van Harperink. In 2017 stopt de winkel na ruim 100 jaar en krijgt het pand een nieuwe bestemming. De verdieping en zolder worden verbouwd tot appartementen. Voor en tijdens de verbouwing zijn bij onderzoek verschillende soorten vloerafwerkingen gevonden.

De vloerafwerkingen dateren van de late 18e tot het begin van de 20e eeuw. De vloeren zelf zijn bij de bouw van het huis gelegd, kort na de stadsbrand van 1463. Gedeeltelijk is toen gebruik gemaakt van muurwerk uit de 14e eeuw. Uit bouwsporen blijkt dat het huis in de 17e en late 18e eeuw is gemoderniseerd. De indeling van de verdieping is vervolgens rond 1880 voor het laatst veranderd.

De gang en drie van de vier kamers op de verdieping hebben beschilderde vloeren. Deze afwerking was verborgen onder verschillende lagen jongere vloerbedekking. De oudste en meest bijzondere hiervan lag in de voorste tussenkamer. Het betrof zeil dat vermoedelijk rond 1920 is gelegd. Het patroon doet sterk denken aan cementtegels die rond die tijd zijn gemaakt.

Zeil

Zeil als vloerbedekking is in de 18e eeuw in Engeland ontwikkeld. Het bestaat uit een mix van verschillende stoffen, die als een pap op doek wordt aangebracht. In eerste instantie werd hennepdoek gebruikt en later linnen. De toepassing van jute, dat bij het zeil in Vughterstraat 19 is gebruikt, wordt pas gangbaar rond 1865. Het zeil is helaas verwijderd voor het verder kon worden onderzocht. Daarmee ging mogelijke informatie over de producent en de samenstelling van het materiaal helaas verloren.


Vloerbedekking van zeil rond 1920 in de voorste tussenkamer.

Beschilderingen

Onder de vloerbedekking bevonden zich verdeeld over de verschillende ruimten drie verschillende beschilderde vloeren. Deze vorm van afwerking is niet onbekend, maar blijft in ’s-Hertogenbosch toch redelijk zeldzaam. De tot nu toe gevonden voorbeelden dateren allemaal uit de 19e eeuw of kort na 1900. Het gaat daarbij zowel om eenvoudige monochrome afwerking als vormen van tapijtimitatie. De bekendste en meest voorkomende soort schildering is de zogenaamde ‘voetjesvloer’, ook wel ‘voetenmarmer’ genoemd. Na het aanbrengen van een gelige grondkleur werd met blote voeten door een tweede natte verflaag gelopen. Anders dan de naam voetenmarmer suggereert, doet het effect veel meer denken aan wortelhout dat als fineer voor meubels werd gebruikt. De decoratie lijkt vooral populair te zijn geweest in de eerste helft van de 19e eeuw. Voorbeelden hiervan zijn onder meer gevonden in Pensmarkt 16-20 en Hinthamerstraat 119.


Deel van een vloetjesvloer van rond 1820 in Hinthamerstraat 119.

De gevonden schilderingen in Vughterstraat 19 zijn alle drie met een andere techniek gemaakt. De eenvoudigste afwerking is aangebracht in de achterkamer. De vloer van dit vertrek was egaal bordeaux rood. Dit vormt nogal een contrast met de beide tussenkamers. Omdat de ruimte wel een schouw had, is het goed mogelijk dat er oorspronkelijk in het midden een kleed lag op de vloer. In de voorkamer lag zeker een kamerbreed tapijt. Hier is namelijk de hele vloer onafgewerkt gebleven. Daarmee was dit vertrek altijd nog minder sjiek dat de kamer met parket op de verdieping in het losse achterhuis.

De vloeren in beide tussenkamers, achter de voor- en achterkamer, hebben een beschildering met een soort houtimitatie. De schildering is uitgevoerd met een warme, oranje kleur als ondergrond. Daarmee heeft het iets weg van mahonie. Op de ondergrond is een tweede, bruine laag aangebracht waarin met een spons een regelmatig wolkend patroon is gedrukt. Bij sommige geschilderde houtimitaties is dit een van de eerste stappen en wordt de imitatie met een kwast nog verder uitgewerkt. Dat is hier achterwegen gelaten. Tot nu toe is er van dit soort schilderingen nog geen andere voorbeelden in de stad gevonden.


De geschilderde 'houtimitatie' in de voorste tussenkamer.

De meest opvallende schildering bevindt zich in de gang. Hier is met een sjabloon een herhalend patroon van bloemen en bladeren aangebracht op een gele ondergrond. Het gebruik van een sjabloon om patronen aan te brengen is in de 19e en vroege 20e eeuw een veel voorkomende techniek. Het wordt vooral bij muren en plafonds toegepast. Voorbeelden van gesjabloneerde vloeren zijn in ’s-Hertogenbosch schaars. Een vergelijkbare vloer bevond zich in Visstraat 17 en een los fragment is gevonden in Verwersstraat 15.


De vloer in de gang.

Zolder

Van een hele andere orde dan de vloeren op de verdieping van Vughterstraat 19 is de vloer op zolder. In het achterste deel is hier op de oorspronkelijke eiken vloer een plavuizenvloer aangebracht. Daarvoor zijn tegels van twee verschillende formaten gebruikt. De grote zijn als een brede baan in het midden van de ruimte gelegd, terwijl de kleinere plavuizen langs de zijmuren liggen.

 


De plavuizen vloer op zolder

Een vergelijkbare vloer bevindt zich op de zolder van Choorstraat 8-10 en lag tot 1970 op de zolder van Postelstraat 38-40. Tot nu toe kon weinig met zekerheid over de functie en leeftijd van dit soort vloeren worden gezegd. Onder andere in Groningen, Delft en Haarlem zijn stenen zoldervloeren bij brouwerijen aangetroffen. Deze diende om het geweekte graan te laten ontkiemen. De plavuizen en bakstenen lagen daarbij direct op de kinderbinten van de samengestelde balklaag en niet op een houten vloer. In gevallen dat plavuizen op een houten vloer lagen is in enkele gevallen bekend dat het om brandpreventie ging. Dit lijkt voorlopig voor de Bossche voorbeelden het meest aannemelijk. Ook omdat sporen die wijzen op veelvuldig gebruik ontbreken. Ondanks de verschillende plavuizen wijst niets er op dat de vloer is hersteld.

Tot voor kort werd aangenomen dat de plavuizen vloeren deel uitmaakten van de middeleeuwse opzet van de huizen. Dit lijkt voor wat betreft Vughterstraat 19 niet het geval. Bij de grootschalige verbouwing van het huis aan het eind van de 18e eeuw is ook de kap deels vernieuwd en aan de achterzijde gewijzigd. De vloer sluit hier naadloos op aan. Een oudere datering is dus onwaarschijnlijk.

Geschreven door: Maarten Enderman

Meer weten

  • Jan van der Hoeve, Baksteenvloeren op houten balklagen, in: Over de vloer, Zwolle 2008.
  • Jan van ’t Hof en A. Reinstra, Beschilderde houten vloeren, in: Interieurs belicht, Zwolle 2001.
  • Ronald Stenvert, Hygiënische vloeren: vloerentaxonomie 1850-1965, in: Interieurs belicht, Zwolle 2001.

Ook interessant