Portretten van burgemeestersechtpaar Van Thije Hannes
In 2019 onthulden burgemeester Jack Mikkers en wethouder Huib van Olden twee historische schilderijen in de burgemeestersgalerij van het stadhuis. De twee portretten waren aangeboden door vier broers, die ze ter nagedachtenis aan hun moeder uit familiebezit hadden geschonken aan de gemeente ’s-Hertogenbosch. Daarbij was het de voorwaarde dat de portretten bij elkaar zouden blijven en voor het publiek zichtbaar zouden zijn. En zo is de galerij van portretten van Bossche burgemeesters sinds die tijd ook bevolkt met dat van een burgemeestersvrouw.
Portretten
De portretten beelden jhr. Willem Hendrik van Thije Hannes (1774-1849), burgemeester van ’s-Hertogenbosch van 1816-1824 en zijn echtgenote Louise Gertrude Caroline van Rappard (1770-1844) uit. Tijdens de voorbereiding van de overdracht werden een signatuur en datering op beide werken ontdekt. De portretten zouden in 1850, dus beide postuum, zijn vervaardigd door de Haagse schilder Nicolaas Johannes Wilhelmus de Roode (1814-1884). Het is echter mogelijk dat de signatuur vals is en dat het werken zijn van Cornelis of Jan Adam Kruseman. Het vermoeden bestaat dat ze als kopie voor de nazaten zijn gemaakt naar nu onbekende originelen die bij leven werden geschilderd. Van beide portretten bestaan ook (ongesigneerde) lithografieën.
Willem Hendrik van Thije Hannes (1774-1849)
Louise Gertrude Caroline van Rappard (1770-1844)
Heer van Empel en Meerwijk
De geportretteerde burgemeester stamde uit een oude regentenfamilie uit het Duitse Wesel. Zijn grootvader Johan Willem Hannes (1714-1800) was krijgs- en domeinraad van de koning van Pruissen. Hij was gehuwd met de weduwe Johanna Benjamina van Thije (1714-1788). Het echtpaar kreeg zeven kinderen, waarvan er slechts twee de volwassen leeftijd bereikten. Het gezin woonde in Utrecht. Het was in die tijd voor welgestelde, niet-adellijke families tamelijk gebruikelijk om hun status te verhogen door het kopen van een heerlijkheid. Adellijke titels werden in de Republiek niet verleend en het verwerven van een heerlijkheid maakte het mogelijk zich heer van die plaats te noemen.
Het zal mede om die reden zijn geweest dat Johan Willem Hannes in 1766 de heerlijkheid Empel en Meerwijk kocht. Als zijn vertegenwoordiger ter plaatse stelde hij zijn zoon Johan Abraham Hannes als drossaard aan. En aan de Dieskant in zijn nieuwe heerlijkheid richtte hij rond 1770 een nieuwe woning als ambtswoning en tevens buitenplaats. Hij noemde die ‘(Nieuw) Meerwijk’ naar de naam van het oude middeleeuwse kasteel dat voorheen vlakbij Empel lag. En de nieuwe heer noemde zich voortaan J.W. Hannes van Empel. Na de dood van zijn vrouw in 1788 vestigde hij zich in de Hinthamerstraat in ’s-Hertogenbosch.
Van Thije Hannes
Zijn zoon Johan Abraham (1743-1820) had rechten gestudeerd in Utrecht en voerde vanaf 1766 het beheer over de door zijn vader verworven nieuwe heerlijkheid. Hij huwde in 1767 met Anna Christina van Barnevelt uit Gorinchem. In deze stad vestigde het echtpaar zich en was Johan Abraham raad en schepen. Hier ook werden hun twee kinderen Johanna Benjamina en Willem Hendrik geboren. Met name in de zomer zal het gezin ook in Meerwijk hebben doorgebracht, ook toen het in 1787 naar Arnhem verhuisde. Omdat door de dood van zijn moeder in 1788 het geslacht van Thije uitstierf, kreeg Johan Abraham Hannes officieel toestemming die naam aan de zijne toe te voegen. Met de komst van de Fransen in 1794 vervielen de heerlijke rechten, maar de Van Thije Hannes’ bleven zich ’heer van Empel en Meerwijk’ noemen.
Burgemeester
Bij de dood van Johan Willem Hannes in 1800 ging Meerwijk over naar diens kleinzoon Willem Hendrik van Thije Hannes (1774-1849). Hij was gehuwd met Louise van Rappard (1770-1844), terwijl zijn enige zus Johanna Benjamina (1771-1856) trouwde met Louise’s broer Hendrik Anton van Rappard (1767-1845). Zij hadden het naast Meerwijk gelegen huis Dieszigt geërfd. Willem Hendrik Van Thije Hannes woonde in de Nieuwstraat in ´s-Hertogenbosch en maakte een indrukwekkende bestuurlijke carrière in de Franse Tijd. Vanaf 1803 was hij lid van de gemeenteraad van ’s-Hertogenbosch, van 1808-1810 wethouder, tussen 1810 en 1814 adjoint-maire (loco-burgemeester). In 1810 werd hij gekarakteriseerd als ‘rechtschapen, zachtaardig en een bescheiden beschouwer van de Revolutie’.
Lithografie Willem Hendrik van Thye Hannes. Bekijk op Beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch.
In november 1815 werd via het ‘stedelijk reglement’ van ’s-Hertogenbosch bepaald dat er voortaan drie burgemeesters moesten zijn. Toen een van hen in 1816 zijn ambt neerlegde, werd Willem Hendrik van Thije Hannes zijn opvolger. Hij zou tot februari 1824 burgemeester, en daarna nog tot 1834 wethouder zijn. Bovendien maakte hij deel uit van Provinciale Staten. Naast deze belangrijke functies zette hij zich maatschappelijk in met ‘de belangeloze waarneming van enige lastposten en overige functies’.
Van Thije Hannes behoorde tot de meest vermogende inwoners van Noord-Brabant. In 1830 werden Willem Hendrik en zijn drie zonen (hij had ook vijf dochters) door koning Willem I in de adelstand verheven. Willem Hendrik stierf op Meerwijk in 1849. Zijn vrouw was hem zes jaar eerder voorgegaan. Sinds 2019 zijn hun portretten weer terug in ’s-Hertogenbosch.
De twee portretten waren aangeboden door vier broers, die ze ter nagedachtenis aan hun moeder uit familiebezit hadden geschonken aan de gemeente ’s-Hertogenbosch.