archeologie

Schatkamers in Bossche beerputten

Wie herkent niet in de ouderwetse Franse toiletten het moment waarop, na een schuifelend tot stand gekomen hurkzit, de opluchting plaats maakt voor een paniekerig schreeuwen.  De autosleutels en het zorgvuldig apart gehouden tolgeld in de zakken van de korte broek zijn aan een rinkelende tocht naar het zwarte gat begonnen. En door het broze evenwicht ben je niet in staat corrigerend in te grijpen. Het zal je op dat moment wellicht maar matig troosten dat dit van alle tijden is.

Er is bijna geen plaats in een stadsopgraving waar zoveel spannende vondsten uitkomen als uit de beerput. Tussen het beer en het gebroken vaatwerk worden vaak munten, sieraden en andere kostbaarheden aangetroffen zodat het verleidelijk is deze putten als schatkamers aan te merken. Toch zijn het zelden deze kostbaarheden die het archeologenhart op hol brengen.

Beerput
Deze beerput is in de 16e een 17e eeuw gebruikt door twee huishoudens die woonden In de Boerenmouw, opgraving in 1989.

De ware schatten

Wanneer een beerput geheel of gedeeltelijk in het grondwater heeft gelegen, blijven veel organische resten zoals textiel, leer, hout, botjes en graatjes, pitjes en zaadjes bewaard. Met name in de Noord-Brabantse zandgronden vergaan deze kwetsbare resten snel waardoor we als archeologen veel informatie over de eet- en leefgewoonten van onze voorouders verliezen.

De ware schatten in een beerput zijn dus eigenlijk de alledaagse boodschappen die de bewoners voor ons hebben achtergelaten. Gelukkig worden er tussen de beerlagen regelmatig dateerbare borden en schotels gevonden. Op deze manier kunnen we redelijk inschatten hoe oud de lagen in de beerput zijn en krijgen we dus ook enige grip op ontwikkelingen door de tijd heen.

Beerput residu
Schatten uit de beerput: aardewerkscherven, kersen- en pruimenpitten, mosselschelpen, botjes van vissen en (kleine) zoogdieren, metalen spelden etc., paternoster-afval en glasscherven. © Erfgoed ’s-Hertogenbosch, Rogier Scholten en Nicoline van Ruitenbeek

Alledaags (on)gemak

Wanneer een beerput vol zat, werd deze soms leeggeschept maar Bosschenaren metselden de oude put ook wel dicht en legde ergens anders op het terrein een nieuwe put aan. De oude beerput werd hiermee een soort afgesloten tijdscapsule waarin de kleine geschiedenis van een groep mensen was vastgelegd. Al deze kleine geschiedenissen leveren samen een zeer welkome aanvulling op het beeld van het verleden dat we kennen uit de geschreven bronnen. Bronnen waarin alledaagse mensen en hun alledaagse (on)gemak vaak niet voorkomen.

Boodschappenlijstje

Het blijft natuurlijk een beetje een vies verhaal maar dankzij onderzoek naar stuifmeelkorrels en onverteerde voedselresten zoals zaden, graten en pitten uit de beerput kunnen we van zomaar een huishouden uit het laatste kwart van de 14e eeuw een boodschappenlijstje opstellen, we gaan mee naar de markt, kijken over de schouder mee in de pannen, proeven mee aan tafel en we zitten uiteindelijk ook heel even in dat kleine kamertje.

Beerput
Archeologen zeven inhoud van een beerput om kleine overblijfselen te onderzoeken, 1994.

Beerput
Archeologisch onderzoek in beerput van het Keizershof in 2000 © R. Rozendaal

Duizenden beerputten wachten

Het is dan ook niet verwonderlijk dat bij opgravingen altijd een gejuich opgaat wanneer er weer een nieuwe beerput tevoorschijn komt. In ’s-Hertogenbosch zijn in de afgelopen decennia zo'n 150-200 beerputten onderzocht. Omgerekend naar het aantal huishoudens dat hier in de loop van de tijd in de stad heeft gefunctioneerd is dit misschien maar 1% van het totale aantal.

Dit betekent dus dat er nog vele duizenden beerputten wachten op onderzoek. Dit lijkt wellicht veel maar je moet je realiseren dat er geen nieuwe beerputten meer bij komen. Sinds de aanleg van gesloten rioleringen is er geen behoefte meer aan beerputten. Hoewel deze ontwikkeling enorme positieve gevolgen heeft gehad voor de volksgezondheid, kleeft er toch ook wel een klein nadeel aan.

Archiefvernietiging

Door het gebruik van rioleringen blijft jouw persoonlijke boodschap voor de toekomst niet meer bewaard. Mochten onze papieren en digitale archieven ooit verwoest worden, dan kunnen de archeologen van de toekomst niet meer terugvallen op die even onsmakelijke als onschatbare bron van informatie. Het doorspoelen van je toilet is dus eigenlijk pure archiefvernietiging. 

Deze column van archeoloog Stefan Molenaar verscheen eerder in het tijdschrijft Bossche bladen

Ook interessant