Zeshonderd jaar geschiedenis in de Nieuwstraat
De Nieuwstraat roept bij Bosschenaren misschien nog herinneringen op aan bloed of verstandskiezen. In de vorige eeuw huisvestte deze straat de bloedbank en de afdeling kaakchirurgie van het Groot Ziekengasthuis. De monumenten op nummer 20, 22 en 24 zijn van oorsprong woonhuizen, gebouwd op de overblijfselen van een middeleeuws klooster. Nu wonen hier opnieuw Bosschenaren. De historische panden zijn uitgebreid verbouwd en gerestaureerd. Tijdens de werkzaamheden is zeshonderd jaar geschiedenis tevoorschijn gekomen.
Het Groot Ziekengasthuis aan Nieuwstraat 24 in 1990. Bekijk in beeldbank BHIC.
Nieuwstraat 20-22 rond 1960.
Een nieuwe straat
Over de vroegste bouwgeschiedenis van Nieuwstraat 20-24 was tot de restauratie heel weinig bekend. Een historische plattegrond leidt onderzoekers terug naar een veiling in de zeventiende eeuw. De Nieuwstraat bestaat dan nog niet. Op de plattegrond uit 1641 is het Predikherenklooster te zien. Dit bouwwerk staat sinds de middeleeuwen in ’s-Hertogenbosch. Rond 1641 is het complex verlaten. De katholieke predikheren zijn onder dwang uit hun klooster vertrokken, omdat protestantse troepen van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden de stad hebben ingenomen in 1629.
Plattegrond van het verlaten Predikherenklooster voor de veiling in 1631.
3D-reconstructie van het klooster.
De Nederlandse republiek verkoopt vervolgens het hele kloosterterrein op een veiling. Twee protestantse heren, stadspensionaris Johan Gans en de stadstimmerman Frans Blom, weten tijdens de veilig een groot stuk te bemachtigen. Ze hebben hier grootse plannen. Het oude klooster gaat tegen de vlakte, want het moet plaatsmaken voor huizen die de heren kunnen verhuren. Gans en Blom zouden we nu projectontwikkelaars noemen. Bronnen maken melding van een gebrek aan respect voor graven en skeletten. Ze zouden dit zelfs gebruiken om waterlopen te dempen. Op het oude kloosterterrein leggen de ondernemende heren twee nieuwe straten aan, waaronder de Nieuwstraat.
Klooster in de kelder
De sloophamer van Gans en Blom heeft het oude klooster niet helemaal doen verdwijnen. Dat ontdekken archeologen in 2021. Zij onderzoeken in dat jaar de kelder van Nieuwstraat 24. De archeologen achterhalen dat de twee kleine kelders en een beerput waarschijnlijk in de 16e eeuw zijn gebouwd. Dit betekent dat Gans en Blom de kloosterkelders hebben behouden en daar bovenop hun huizen hebben gerealiseerd.
Bouwhistorici vinden eveneens resten van het klooster in de monumenten. Ze ontdekken hergebruikte stenen uit de 15e eeuw in verschillende muren van nummer 20 en 22. Ook in de muren van nummer 24 komen de bouwhistorici grote stenen tegen van het oude klooster. Die kloostermoppen zijn maar liefst 27 centimeter lang.
Eén van de twee aangetroffen kelders van het Predikherenklooster
Kloostermoppen in de muur tussen Nieuwstraat 22 en 24.
Beschilderd plafond
Het exacte bouwjaar van de monumenten in de Nieuwstraat is een raadsel, maar een waardevolle aanwijzing hebben bouwhistorici verkregen op de eerste verdieping van Nieuwstraat 24. Daar hebben ze op het plafond een schildering met het jaartal 1643 ontdekt.
In Nieuwstraat 22 is een deel van de balklaag gemaakt van eikenhout. Dit is opnieuw een nuttige aanwijzing voor het bouwjaar. Vanaf 1650 wordt eikenhout namelijk schaars en verdwijnt het als bouwmateriaal. Om het eikenhout exact te dateren, nemen de bouwhistorici een houtmonster uit de balklaag. Na nauwkeuring onderzoek van dit houtmonster blijkt dat de eikenboom, waarvan de balk is gemaakt, rond 1646 gekapt is.
Beschilderd plafond met het jaartal 1643.
Balklaag met eikenhout.
Bijzondere vloer
Op de eerste verdieping in het achterhuis van Nieuwstraat 22 hebben bouwhistorici nog een bijzondere vondst gedaan. De vloer is hier beschilderd met blauwe en groene verf. Het patroon met ranken is typerend voor de 17e eeuw. Schilderingen op houten vloeren uit die tijd zijn zeer zeldzaam.
Deel van zeldzame beschilderde vloer uit de 17e eeuw.
Eerste bewoners
Waarschijnlijk zijn de huizen aan Nieuwstraat 20-24 gebouwd als twee brede woningen. In de monumenten zijn namelijk twee keukens, twee kelders en twee trappenhuizen gevonden. Het formaat van het panden maakt duidelijk dat hier Bosschenaren hebben gewoond die horen bij de hoge(re) burgerij.
De oudste bewoner die tot nu toe in de archieven terug te vinden is, heet Lourentius Vermeer. Deze uit Maastricht afkomstige leerlooier woont bij de volkstelling van 1822 in het huis aan de Nieuwstraat 20-22. Hij oefent hier ook zijn beroep uit. Tijdens het productieproces van leer is veel water nodig. Dat de Dieze langs dit pand stroomt, is dus gunstig voor de leerlooierij van Lourentius.
Kadastrale kaart uit 1820 met in het groen Nieuwstraat 20-22 (aan de Dieze) en in het geel Nieuwstraat 24.
Kadastrale kaart uit 1851 maakt duidelijk dat de achterzijde van de panden is verbouwd. Nummer 20-22 is opgesplitst.
Op nummer 24 gaat de bewonersgeschiedenis terug tot 1832, naar Willem Hannes. Hij is in dat jaar wethouder in het Bossche stadsbestuur en eigenaar van het huis aan de Nieuwstraat.
Ziekenhuis
Na Lourentius en Willem hebben diverse Bosschenaren de panden aan de Nieuwstraat bewoond. Onder hen zijn een arts, gemeenteraadslid, notaris en vijf alleenstaande vrouwen. Tussen 1851 en 1864 is het woonhuis op het huidige nummer 20-22 opgesplitst in twee delen.
In de jaren 1960 koopt het uitdijende Groot Ziekengasthuis de woonhuizen op. Ze vestigen hier onder andere de psychiatrische polikliniek, de afdeling kaakchirurgie en de bloedbank. Het pand aan Nieuwstraat 20 verhuurt het ziekenhuis decennialang aan de Oeteldonkse hofkapel De Kikvorschen.
De Nieuwstraat 20-22 in 1960.
Restauratie
Na het vertrek van het ziekenhuis uit de Bossche binnenstad in 2011 komen de monumenten grotendeels leeg te staan. Ook hofkapel De Kikvorschen vertrekt. In 2021 begint de restauratie en verbouwing van Nieuwstraat 20-24 om bewoning opnieuw mogelijk te maken.
Situatie voor restauratie: Nieuwstraat 20 verkeert in zeer slechte staat.
Waardevolle bouwhistorische elementen zijn tijdens de verbouwing zoveel mogelijk behouden gebleven. Veel kozijnen verkeerden voor de restauratie in zeer slechte staat door houtrot. Waar mogelijk zijn alleen de rotte gedeeltes vervangen. Een aantal kozijnen bestaat nu dus bijvoorbeeld uit een historische bovenzijde en een gerestaureerde onderkant. De bijzondere beschilderde vloer is wel verwijderd, maar wordt gedeeltelijk bewaard in het bouwhistorisch depot van Erfgoed ’s-Hertogenbosch.
In Nieuwstraat 22 zijn twee marmeren schouwen bewaard gebleven.
Het dak van Nieuwstraat 24 is vervangen, maar de oude spanten zijn gerestaureerd en de dakpannen zijn zoveel mogelijk hergebruikt.
Unieke stadswoningen
Na jaren van ingrijpende restauratie en verduurzaming zijn de panden klaar voor de toekomst en zijn nieuwe bewoners. In totaal zijn hier twaalf appartementen gerealiseerd, waarvan negen het pand Nieuwstraat 20-22 en drie aan de Nieuwstraat 24. Naast de restauratie zijn er ook moderne toevoegingen gedaan, om de appartementen volledig aan te laten sluiten bij het wooncomfort van nu. Zo kan er weer jarenlang genoten worden van deze karaktervolle panden. De onderdoorgang bij nummer 22 vormt straks samen met een nieuwe brug bij het steegje Achter de Vuurstaal de nieuwe ingang naar het Gasthuiskwartier.
De Nieuwstraat 20-24 tijdens carnaval 2024
De Nieuwstraat 24 na restauratie en herbestemming
Het nieuwe Gasthuiskwartier
Stapsgewijs worden alle historische gebouwen die het voormalige ziekenhuisterrein rijk is gerestaureerd. Het Grôôt Kwartier geeft de monumenten een nieuwe functie. Samen met de nieuwbouw van het Gasthuiskwartier ontstaat er een ‘nieuw’ stukje stad.