De Gruyterfabriek Veemarktkade
Iedere Bosschenaar kende wel iemand die bij De Gruyter werkte. Iedere Nederlander had wel ooit van het ‘Snoepje van de week’ gehoord. Inmiddels bestaat het Bossche levensmiddelenbedrijf al zo’n halve eeuw niet meer, maar je vindt nog steeds de De Gruyterfabriek in ’s-Hertogenbosch. Het monument is zelfs volledig gerestaureerd. Hier vind je tegenwoordig de grootste bundeling van creatieve ondernemers en kunstenaars in Brabant.
De Gruyterfabriek: het gerestaureerde en herbestemde monument
De fabriek bepaalt
‘Zelf maken wat we verkopen’ is de belangrijkste overtuiging van Piet de Gruijter, die in 1818 zijn eerste winkelpand huurt aan de Hooge Steenweg. Dit basisprincipe zal het familiebedrijf nooit meer verlaten. De fabrieken bepalen wat de winkels verkopen.
De volledig eigen productie, de slimme reclameacties, handige huis-aan-huisbezorging en stijlvolle winkels garanderen nationale en zelfs internationale roem. Overal staat de familienaam voorop. Ook bij de interne bedrijfsvoering. Vuistregels en bedrijfswaarden gaan over van vader op zoon. Dat is de kracht van De Gruyter, maar het zal blijken: dit is ook de achilleshiel.
Fabricagelijn voor jam van De Gruyter, 1949. Bekijk in beeldbank Erfgoed ’s-Hertogenbosch.
Inpakafdeling, 1955. Bekijk in beeldbank Erfgoed ’s-Hertogenbosch.
Fabriek II
Het Bossche stadsbestuur presenteert begin jaren 1920 een ambitieus plan voor een groot industrieterrein achter de spoorlijn, compleet met haven en toevoerwegen. In 1931 besluit De Gruyter om een groot deel van de productie te verplaatsen naar deze spoorzone. Teunis Wilschut, de ‘huisarchitect’, van het familiebedrijf ontwerpt twee productiehallen onder platte betondaken en een machinehal met zadeldak.
Hoofdgebouw en poort van ‘fabriek II’. Bekijk in beeldbank Erfgoed ’s-Hertogenbosch.
De maar liefst 35.000 vierkante meter aan nieuw terrein is een broodnodige aanvulling op ‘fabriek I’ aan de Orthenstraat, beter bekend als ‘het gele monster’. Na de Tweede Wereldoorlog groeit de productie van De Gruyter. Fabriek II krijgt een extra productiehal, magazijngebouw en een eigen kantoor- en directievleugel. In 1960 breidt De Gruyter nog een laatste keer uit aan de Parallelweg met ‘fabriek III’.
Luchtfoto van ‘het gele monster’ aan de Orthenstraat, 1950. Bekijk in beeldbank Erfgoed ’s-Hertogenbosch.
Verpakkingsafdeling in de Orthenstraat, 1950. Bekijk in beeldbank Erfgoed ’s-Hertogenbosch.
Streng maar goed
De Gruyter groeit met de tweede fabriek uit tot de grootste industriële werkgever van de stad en omgeving. Op het hoogtepunt heeft het bedrijf landelijk bijna 7500 mensen in dienst, zowel in de fabrieken als de winkels door het hele land. Ook op het gebied van personeel is De Gruyter heel principieel. Ze selecteren alle fabrieksarbeiders nauwkeurig. Voor dagloners en ‘arme sloebers’ die werken om acute geldnood het hoofd te bieden, is geen plek.
Veel werknemers komen uit de dorpen die ’s-Hertogenbosch omringen. Onder hen zijn veel jonge meisjes en jongens: vanaf 14 jaar mogen ze aan het werk in de fabriek. Luieren is er niet bij. De machines bepalen het tempo en wie extra haar best doet, verdient een bonus.
Einde werktijd in de fabriek, 1953. Bekijk in Beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch.
Straat vormmachines voor koekjes en biscuits, 1937. Bekijk in Beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch.
De Gruyter is een strenge en hiërarchische werkgever, maar zorgt goed voor het personeel. Zo heeft de fabriek voor de vaak piepjonge medewerkers maatschappelijk werksters in dienst en iedereen kan op spreekuur komen bij de verpleegkundige. Al vanaf 1922 heeft De Gruyter een eigen fabrieks-cao en vanaf 1936 komt daar een eigen bedrijfspensioensfonds bij.
Verpakkingsafdeling suikerwerk, 1951. Bekijk in Beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch.
Elisabeth Maria Gloudemans in het proeflokaal in de koffiebranderij. Datering onbekend. Bekijk in Beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch.
Sluiting
In 1971 besluiten Gerrit, Lodewijk en Paul de Gruijter om het inmiddels armlastige familiebedrijf te verkopen, onder druk van aandeelhouder Unilever. De nieuwe eigenaar maakt al snel duidelijk dat het afgelopen is met de verkoop van zelfgeproduceerde producten. De relatief kleine fabrieken zijn te duur om de concurrentie met de A-merken aan te gaan. Massa-ontslagen zijn taboe, maar vanaf 1974 begint het stevige saneren. Twee jaar later sluit de laatste winkel met De Gruyter op de gevel.
Tijdens de restauratie is in de voormalige meisjeskantine deze muurschildering gevonden. Bekijk op degruyterfabriek.nl.
Wandschildering ‘de vier jaargetijden’ in de kantine, vermoedelijk gemaakt door Eppo Doeve, 1951. Bekijk in beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch)
Creatieve hotspot
De letters van De Gruyter staan nog steeds op de gevel van de Veemarktkade. Aan het begin van de 21e eeuw valt het besluit om deze naam weer eer aan te doen. “De fabriek moet uit de vergeethoek, terug in het werkzame leven”, schrijven Niek van der Donk en Frans van Gaal in hun boek over 200 jaar De Gruyter.
Dagelijks vind je in de oude fabriek weer mensen aan het werk. Tussen de 1000 en 1200 maar liefst, zij zijn vooral creatieve ondernemer of kunstenaar. Net als vroeger voelen zij dat werken op deze plek een bijzonder voorrecht is. Ze hebben zich aangesloten bij de ‘community’ van De Gruyter.