Elly van Pinxteren over Interpharm
Moeder Interpharm
Het mannenoverhemd van Interpharm hing als een enorme tent om haar schouders. Elly van Pinxteren (1950) was in 1988 de eerste vrouw die als chauffeur aan de slag ging bij de hoofdvestiging van de farmaceutische groothandel. Een vrouwelijk broekpak zou later pas volgen, maar dat weerhield Elly er niet van om achter het stuur plaats te nemen. “Ik moest - voordat ik daar ging werken - van alles doen voor iedereen. Nu deed ik eindelijk weer iets voor mezelf.”
Elly van Pinxteren gefotografeerd door Pippilotta Yerna
Ruim vijftien jaar lang reed Elly rond in haar busje. Eerst een Mercedes, later een Ford. Ze stuurde van apotheker naar drogisterij via ziekenhuis en huisarts met een laadbak vol medicijnen en verzorgingsproducten. En niets hield haar tegen. Was de straat afgesloten door carnaval, dan liep Elly met haar steekwagen vol kratten gewoon mee in de optocht. Was de Venlose apotheker onbereikbaar vanwege een toertocht, dan stapte zij naar het lokale politiebureau. Met het verzoek dat de agenten even contact op wilden nemen met de betreffende klant.
Haar dag begon en eindigde bij de bekende bogen van Interpharm, in het huidige Paleiskwartier. Nu een supermarkt, lunchtent, restaurant en een stadsbrouwerij. In een vorig leven het SM’s (Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch). En nog verder terug in de tijd het magazijn van Elly’s werkgever. Het aangrenzende gebouw waar zij en haar collega-chauffeurs hun bussen inlaadden, staat er inmiddels niet meer.
Scouting en judo
Voordat ze bij Interpharm ging werken, was Elly vooral druk met anderen. Met haar twee zoons, haar moeder en haar vader. “Ik moest dan weer rijden voor de scouting, dan weer voor judo. Toen mijn moeder ziek werd, deed ik haar boodschappen en de was. Mijn vader was een kluizenaar, die hielp ik met het huishouden. En dan was ik hier en daar ook nog penningmeester. Ik moest van alles, maar wilde op een gegeven moment niets meer.”
Tussendoor had ze wel even gewerkt in de zorg, maar dat was van korte duur. Want toen haar moeder MS kreeg en hulp nodig had, moest ze haar baan opzeggen. Toch leerde ze daar - in het ziekenhuis - een belangrijke les. “Toen ik de patiënten moest wassen, werd me duidelijk: als iedereen in zijn ondergoed staat, zijn we eigenlijk allemaal hetzelfde.”
Het complex van Interpharm in 1953 (dan nog van het bedrijf Lamers & Indemans) in een vrijwel lege Spoorzone. Lees meer over de geschiedenis van dit industrieel erfgoed.
Via haar voormalige zwager hoorde Elly eind jaren tachtig dat Interpharm chauffeurs zocht. “Ik had de mulo gedaan, maar dat interesseerden ze daar niet. Een rijbewijs was genoeg.” En zo begon ze aan haar eerste ritten.
Het was een mannenwereld, dat magazijn van Interpharm. “Mannen van de oude stempel. Ze gingen heel amicaal met elkaar om; er werd gefloten naar vrouwen. Voor toen heel normaal, nu zou je er een #metoo voor aan je broek krijgen. Maar ik had in dat opzicht mijn leeftijd mee. Ik was al veertig. Geen jonge blom meer, maar getrouwd en moeder van twee kinderen.”
Kloek
Dat en haar zorgzame omgang met collega’s leverde haar de naam Moeder Interpharm op. “Zo noemde de vakantiewerkers me. Ik was een kloek, met allemaal kuikens om me heen waar ik voor zorgde.” Het was dan ook geen toeval dat het potje Lief en Leed - ‘voor collega’s die ziek waren, vader/moeder waren geworden of steun nodig hadden’ - onder beheer van Elly en haar collega Frans was.
Aan hiërarchie had Elly geen boodschap. “Ja, ik wandel daar zo tussendoor hoor. Sommigen probeerden je wel eens te delegeren, maar daar trapte ik niet in. Ik respecteer ieders functie, maar we zijn verder wel gewoon hetzelfde. In de tijd dat we overstapten naar computers, verliep het werk niet altijd vlekkeloos. De spullen kwamen te laat bij de chauffeurs, en vervolgens ook te laat bij de klanten. Ik stelde voor dat de mensen van kantoor ook gingen bezorgen. We werkten namelijk allemaal voor dezelfde zaak; in nood moest iedereen helpen waar het kon.”
“ Bij de Veemarkt gingen we kijken naar de varkentjes. Ik heb de wijk toen opgebouwd zien worden. ”
Elly van Pinxteren
“Toen mijn eerste kleinkind was geboren, trakteerde ik beschuit met muisjes. Maar op dat moment zat de directeur in een belangrijke vergadering met Engelsen en Italianen. Anderen zeiden dat ik maar even moest wachten, maar ik was helemaal hoteldebotel dus ik stapte gewoon binnen. ‘I am a grandmother!’, riep ik.” Later zocht de directeur haar op. “Het bleek een goeie zet, want het gesprek verliep tot dan toe een beetje stroef. Hij was blij dat ik het ijs had gebroken.”
Elly keerde met haar nieuwe baan terug naar West, waar ze ooit opgroeide. Even verderop, aan de Oude Vlijmenseweg, staat haar ouderlijke huis. In de verte werd er op de Rietveldenweg al gebouwd, maar het eerste stuk was nog weiland. “Daar plukten we bloemen. Als de koeien op ons afkwamen, moesten we door de sloot heen vluchten. En bij de Veemarkt gingen we kijken naar de varkentjes. Ik heb de wijk toen opgebouwd zien worden.”
Dit object herinnert Elly aan haar werk bij Interpharm. Hierin zaten de medicijnen.
Gefotografeerd door Pippilotta Yerna.
Gevelpilaren
Later zou ook de nieuwe vestiging van haar werkgever verrijzen aan de Rietveldenweg. Naar verloop van tijd werd het pand aan de Parallelweg te klein, ondanks dat de drogisterij-afdeling van de hand werd gedaan. Elly: “De collega’s van kantoor zaten voortaan ook op de gang te werken. Dus verhuisden we toen naar de locatie tegenover de Heineken.”
Tot 2006 bleef ze rijden voor Interpharm, inmiddels omgedoopt tot Alliance Healthcare. In al die ritten heeft Elly maar een keer schade gereden. De boosdoeners: twee Limburgse gevelpilaren. “Ik belde mijn chef op en vertelde hem dat ik de wagen helemaal in elkaar gereden had. Of ik nog naar Den Bosch kon komen? Ja dat lukte wel.” Elly’s busje bleek enkel wat krasjes en een deuk te hebben.
Geschreven door Mijke Pol en Rob van Oijen